werkwoorden

werkwoorden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

werkwoorden

Slide 1 - Slide

werkwoord stelen

Ik heb.......................
A
gestelen
B
gestellen
C
gestolen
D
gestollen

Slide 2 - Quiz

Is zijn een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 3 - Quiz

Is jarig een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 4 - Quiz

Een zwak werkwoord...
A
verandert niet van klank in de verleden tijd
B
verandert wel van klank in de verleden tijd

Slide 5 - Quiz

Wat is een zwak werkwoord?
A
lopen
B
fietsen
C
gaan
D
worden

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN werkwoord?
A
huilen
B
eten
C
dieren
D
denken

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN werkwoord?
A
hebben
B
zijn
C
staan
D
lang

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN werkwoord?
A
bellen
B
mailen
C
stoelen
D
kunnen

Slide 9 - Quiz

Wat is het hele werkwoord?
A
lopen
B
werken
C
lezen
D
schrijf

Slide 10 - Quiz

Wat is het hele werkwoord
A
kijkt
B
kijken
C
sta
D
staan

Slide 11 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord?
A
loop
B
fiets
C
rijdt
D
rijd

Slide 12 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord?
A
huilt
B
huil
C
win
D
wint

Slide 13 - Quiz

Wat is geen werkwoord?
A
fietsen
B
knuffelen
C
werken
D
step

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN werkwoord?
A
spelen
B
school
C
maken
D
kopen

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN werkwoord?
A
geven
B
doen
C
klok
D
schrijven

Slide 16 - Quiz



Kies het werkwoord of de werkwoorden.
A
kopen
B
lachen
C
onder

Slide 17 - Quiz


Op welke klok is het kwart over 2?
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz


Op welke klok is het kwart over 2?
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Hoelaat is het op de klok?
A
10 voor 2
B
10 over 10
C
5 over 10
D
5 voor 2

Slide 20 - Quiz

Hoe laat is het op de klok (groep C)
A
Kwart over 1
B
kwart over 2
C
kwart voor 3
D
kwart over 3

Slide 21 - Quiz

Hoe laat is het op de klok?
A
10 voor 3
B
kwart voor 10
C
kwart voor 8
D
kwart voor 11

Slide 22 - Quiz

Hoe laat is het op de klok
A
kwart over 8
B
kwart voor 3

Slide 23 - Quiz

Hoe laat is het op de klok?
A
3 uur
B
5 uur
C
5 voor half 12
D
7 uur

Slide 24 - Quiz


Welke digitale klok hoort bij deze klok? (2)
A
16:30
B
4:30
C
15:30
D
3:30

Slide 25 - Quiz

Hoe laat is het op de klok?
A
half 11
B
half 12
C
half 5
D
kwart voor 2

Slide 26 - Quiz

Hoe laat is het op de klok?
A
1 uur
B
kwart over 1
C
5 over 3
D
kwart over 2

Slide 27 - Quiz

Hoe laat is het op de klok?
A
5 over half 3
B
kwart over 7
C
kwart over 6
D
kwart over 10

Slide 28 - Quiz


Hoe laat is het op
de klok?
A
Kwart voor 12
B
Kwart over 12
C
Kwart over 1
D
Kwart voor 1

Slide 29 - Quiz

Hoe laat is het op de klok?
A
half 8
B
half 9
C
half 10
D
half 11

Slide 30 - Quiz

Hoe laat is het op de klok?
A
kwart voor 4
B
kwart voor 3
C
kwart over 4
D
kwart over 3

Slide 31 - Quiz

Hoe laat is het op deze klok?
A
kwart voor 11
B
kwart voor 9
C
kwart voor 10
D
kwart over 11

Slide 32 - Quiz