Spreken

Presenteren... kun je leren!
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Presenteren... kun je leren!

Slide 1 - Slide

Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Schrijf drie verschillen op.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Welke verschillen kun je noemen?

Slide 6 - Mind map

Wat zijn valkuilen bij presenteren?

Slide 7 - Open question

Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?

Slide 8 - Open question

Voorbereiding 
  • Maak een goede planning. 
  • Verzamel informatie. Gebruik de vragen die horen bij de opdracht! 
  • Maak keuzes.
















Slide 9 - Slide



  • Verdeel je materiaal over inleiding – middenstuk - slot.
  • Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (foto’s, andere afbeeldingen).
  • Schrijf de presentatie uit via een schema en leer de presentatie aan de hand van sleutelwoorden. (je mag een spiekbriefje met sleutelwoorden gebruiken).
  • Oefenen – oefenen - oefenen. 

Slide 10 - Slide

Opening

Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening. 



Slide 11 - Slide

Kun je een creatieve opening bedenken?

Slide 12 - Mind map

Creatieve opening

  • Citaat
  • Quiz
  • Raadsel
  • Humor
  • Anekdote
  • Bedankje
  • Een vraag aan je publiek
  • Enzovoorts...

Slide 13 - Slide

Wat is belangrijk aan je houding?

Slide 14 - Mind map

Houding
  • Sta met twee benen op de grond. 
  • Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
  • Je armen langs je lichaam. 
  • Rug recht, schouders naar achteren. 
  • Ogen het publiek in. 

Slide 15 - Slide

In een presentatie gebruik je verbale en 
non-verbale communicatie 

Slide 16 - Slide

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 17 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 18 - Quiz

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Tips voor gebruik van PowerPoint, Prezi, Google presentaties:

  • Gebruik zo min mogelijk slides en zo min mogelijk tekst.
  • Oefen de presentatie met de slides. 
  • Gebruik kleur voor duidelijkheid en nadruk en niet als versiering. 

Slide 20 - Slide

Tips tijdens de presentatie
  • Spreek rustig en duidelijk. 
  • Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. 
  • Zorg voor een logische indeling (inleiding- middenstuk- slot).
  • Gebruik duidelijke  en korte zinnen.

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
  • Voorbereiding
    Een presentatie van twee minuten over je werkplek. PowerPoint is optioneel.
  • Uitvoering
    Geef de presentaties aan elkaar in je groep. 



timer
10:00

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Spreekdoelen
  • Informeren
  • Instrueren
  • Overtuigen

Slide 24 - Slide

Afstemmen op publiek
  • Taalgebruik
    - informeel
    - formeel
  • Voorkennis van het publiek
    - voldoende uitleg
    - vaktermen gebruiken of vermijden/uitleggen

Slide 25 - Slide

Spreekvaardigheid
  • Actieve spreekhouding en oogcontact
  • Stemgebruik
    - volume
    - articulatie
    - spreektempo (gebruik af en toe een spreekpauze)
    - intonatie (benadruk belangrijke informatie)

Slide 26 - Slide

De inhoud voorbereiden
Stappenplan presentatie voorbereiden
  1. Ga na wat je onderwerp is, wie je publiek is en wat je doel is.
  2. Bepaal de deelvragen/deelonderwerpen.
  3. Zoek en selecteer informatie.
  4. Bepaal de inhoud van inleiding, middenstuk en slot en maak een spreekschema.

Slide 27 - Slide

Structuur
Opbouw van een presentatie:
  1. introductie
    jezelf voorstellen
  2. inleiding > aandacht van het publiek trekken
    introductie onderwerp,
    uitleg opbouw presentatie,
    doel van de presentatie

Slide 28 - Slide

Structuur
Opbouw van een presentatie:
  1. middenstuk
    informatie over onderwerp/deelonderwerpen
  2. slot
    samenvatting of antwoord op de vraag
  3. afsluiting
    publiek bedanken en gelegenheid voor vragen geven

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Samenhang aanbrengen
Gebruik signaalwoorden/signaalzinnen, zodat de delen van de presentatie logisch op elkaar aansluiten.

  • 'Ik zal eerst uitleggen wat zorgrobots precies zijn.'
  • 'Nu jullie weten welke soorten robots in de zorg worden gebruikt, wil ik graag bespreken welke taken zorgrobots kunnen uitvoeren.'

Slide 31 - Slide

Een digitale presentatie maken
  • Zet niet te veel informatie op een dia.
  • Houd de achtergrond van de dia's rustig.
  • Gebruik een duidelijk lettertype.
  • Maak geen taalfouten.
  • Als je foto's/afbeeldingen gebruikt op de dia's, betrek het dan ook in je verhaal.

Slide 32 - Slide

Inhoud
  • Wat zijn zorgrobots?
  • Welke taken voeren zorgrobots uit?
  • Waarom worden zorgrobots ingezet?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van zorgrobots?

Slide 33 - Slide

Voorbereiden op vragen

Slide 34 - Slide

Presentatie oefenen

Slide 35 - Slide

Oefenexamen
  • Lees de opdracht.
  • Bereid je presentatie voor.
  • De volgende les ga je jouw presentatie geven.

Slide 36 - Slide

Volgende week ...
tijd over, opdracht 4 en 6 blz. 237
en daarna presentaties geven
planning maken

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Examen Spreken
  • In de les van 18 mei krijg je de opdracht voor het examen Spreken. Dan heb je dus een week om je voor te bereiden.
  • De presentatie moet 5 tot 7 minuten duren.
  • Daarna worden er een aantal vragen gesteld (valt buiten de
    5 - 7 minuten).
  • Je moet een PowerPoint gebruiken.

Slide 39 - Slide

Beoordeling
De presentatie wordt beoordeeld op:
  • inhoud
  • structuur
  • Toon en woordgebruik
  • spreekvaardigheid
  • digitale presentatie
Let ook op de tijd! 

Slide 40 - Slide

Planning presentaties

Slide 41 - Slide

Aan de slag
  • Taak 2 Spreken
  • Maak opdracht 3 t/m 9 (vanaf blz. 244).

Slide 42 - Slide