20211004 VIMZ319MK 2v2 lezen

Nederlands
VIMZ319MK
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
VIMZ319MK

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Intensief lezen en zoekend lezen
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De leesstrategieën op een rijtje


  • Verkennend lezen
  • Globaal lezen
  • Intensief lezen
  • Zoekend lezen






Slide 4 - Slide

Zelfwerktijd: Taak 3 en 4
                                                              Werkboek Starttaal Compact 2F:         
                                   
Taak 3: Intensief lezen:                 Pagina 34-47 ........................................    
Taak 4: Zoekend lezen:                 Pagina 48-60 .........................................   

                          Studiemeter 2F: Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd + verleden tijd

              








Slide 5 - Slide

Keuze maken: intensief of zoekend lezen
Nu je de tekst verkennend en globaal hebt gelezen, ga je een keuze maken:
  • De tekst heeft een duidelijke opbouw en ik ga de tekst intensief lezen om hem goed te begrijpen.
   voorbeeld: verhalende tekst


  • De tekst bevat veel opsommingen, feiten en cijfers. Door het verkennend en globaal lezen, weet ik nu waar ik wat kan vinden. Ik ga dus niet intensief lezen, maar ik ga zoekend lezen.
   voorbeeld: reisschema van de NS

Slide 6 - Slide

Intensief lezen 
  • Je wilt de tekst goed begrijpen, dus je leest de tekst heel nauwkeurig.
  • je let in de inleiding op aanwijzingen voor de inhoud
  • je kijkt naar de tekstverbanden (signaalzinnen, signaalwoorden) HB blz. 21
  • je zoekt moeilijke woorden op (als dit nodig is)
  • je bepaalt of de informatie betrouwbaar is
  • je leest eventuele tabellen en diagrammen
  • je beoordeelt eventuele argumentatie
  • Je bepaalt de hoofdgedachte (samenvatting in één zin)


Slide 7 - Slide

Theorie signaalwoorden

Slide 8 - Slide

Tip – markeer sleutelwoorden
Ook het examenprogramma kun je
sleutelwoorden selecteren en markeren
(een kleurtje geven)
Alinea’s waar mensen aan het woord zijn, zijn vaak belangrijk. Deze personen worden vaak voorgesteld. Wie zijn ze en wat doen ze?


Slide 9 - Slide

Zoekend lezen 
  • Je leest de tekst niet van begin tot eind, maar je zoekt de informatie die je nodig hebt.
  1. Ga na welke informatie je nodig hebt.
  2. Lees de tekst verkennend. Bepaal tekstsoort en onderwerp.
  3. Zoek de informatie die je nodig hebt op in de tekst.                                      Zoek aan de hand van tussen kopjes en sleutelwoorden.                                      Let ook op eventuele tabellen en diagrammen.
  4. Lees het stukje tekst waarin de informatie staat intensief.


Slide 10 - Slide

Woordbetekenis
Bij onbekende woorden:
-Kijk of je de betekenis uit de context kunt halen. Lees een stukje ervoor en een stukje erna.
-Bepaal of je de tekst ook kunt begrijpen zonder dat je de betekenis weet
-Heb je de betekenis nodig? Zoek het op.

Slide 11 - Slide

Woordbetekenis achterhalen
1. Geeft het woord zelf een aanwijzing voor de betekenis?
Herken je een deel van het woord?
2. Geeft de context een aanwijzing voor de betekenis?
Staat er een synoniem, omschrijving, tegenstelling of een voorbeeld in de rest van de zin/tekst?
3. Zoek de betekenis op in een woordenboek.

Is het overigens belangrijk dat je alle woorden in een tekst begrijpt?

Slide 12 - Slide


tegen


micro

voor

voorafgaand

anti 

heel klein

pre

pro

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Terugblik
  • Intensief lezen en zoekend lezen
  • Huiswerk

Slide 15 - Slide