schoonmaakmiddelen

Schoonmaakmiddelen
  1. Reiningsmiddelen :          zichtbaar vuil bijv. allesreiniger

    Desinfectiemiddelen :      onzichtbaar vuil bijv. chloor

    Onderhoudsmiddelen:     bijv. vloerolie



    Eerst reinigen daarna pas desinfecterenijv.: Allesreiniger, groene zeep, schuurmiddel, afwasmiddel, wasmiddel, soda

Schoonmaakmiddelen!!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2,3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Schoonmaakmiddelen
  1. Reiningsmiddelen :          zichtbaar vuil bijv. allesreiniger

    Desinfectiemiddelen :      onzichtbaar vuil bijv. chloor

    Onderhoudsmiddelen:     bijv. vloerolie



    Eerst reinigen daarna pas desinfecterenijv.: Allesreiniger, groene zeep, schuurmiddel, afwasmiddel, wasmiddel, soda

Schoonmaakmiddelen!!

Slide 1 - Slide

Doelen van vandaag:
Je kan uitleggen waar verschillende  schoonmaakmiddelen voor gebruikt worden en deze etiketten lezen.
Je kan 5 gevarensymbolen uitleggen 
Je kan laten zien wat enzymen doen in wasmiddel
Je kan laten zien hoe zeep werkt

Slide 2 - Slide

Eigenschappen van schoonmaakmiddelen


Reiningsmiddelen :          zichtbaar vuil bijv. allesreiniger

Desinfectiemiddelen :      onzichtbaar vuil bijv. chloor 

Onderhoudsmiddelen:     bijv. vloerolie


Eerst reinigen daarna pas desinfecteren

Welke soorten schoonmaakmiddelen zijn er?

Reinigingsmiddelen: zichtbaar vuil bv. allesreiniger
Desinfectiemiddelen: onzichtbaar vuil bv. chloor
Onderhoudsmiddelen: bv. vloerolie
Oplosmiddelen: bv. terpentine

Slide 3 - Slide

Etiketten
Wat voor informatie staat er op het etiket.

-Waarvoor gebruik je het
-Hoe gebruik je het
-Gevaarsymbolen, pictogrammen en kleurcodes
-Waar de lege verpakking weg te gooien 
-Wat te doen als je het middel hebt binnen gekregen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is een gevaren symbool?

Een gevaren symbool geeft

aan dat een middel gevaarlijk

is. Gevaren symbolen vind je

meestal op schoonmaakmiddelen.

Slide 6 - Slide

Waar staat dit bord voor
A
ontploffingsgevaar
B
direct levensgevaar
C
verboden te drinken
D
gassen onder druk

Slide 7 - Quiz

Waar staat dit bord voor
A
verboden te vissen
B
milieugevaarlijk
C
bijtend
D
oxiderend

Slide 8 - Quiz

Waar staat dit bord voor
A
ontploffingsgevaar
B
direct levensgevaar
C
verboden te drinken
D
gassen onder druk

Slide 9 - Quiz

Waar staat dit bord voor
A
open vuur verboden
B
oxiderend
C
ontvlambaar
D
pas op voor rookontwikkeling

Slide 10 - Quiz

Waar staat dit bord voor
A
slecht voor ademhaling
B
giftig
C
verboden te drinken
D
oxiderend

Slide 11 - Quiz

De dosering
Op het etiket staat de dosering die je nodig hebt voor het product. Gebruik je te weinig dan reinig je niet genoeg. 
Resultaat: het blijft vies of je moet te hard poetsen.

Gebruik je teveel, voorbeeld: dweilen van de vloer. De vloer wordt wel schoon en droog maar blijft glad, dit kan gevaarlijke situaties opleveren.

Slide 12 - Slide

Schoonmaakmiddelen bestanddelen 
werkzame stoffen:
1 schuurpoeder
2 oplosmiddel
3 vulmiddel 
4 kleuren 
5 geurstoffen.

6 belangrijkste stof= wasactieve stof.

*biologisch afbreekbaar?

Slide 13 - Slide

enzymen
Een enzym is een eiwit dat een chemische reactie kan versnellen (ook wel katalysator genoemd).

Het menselijk lichaam maakt ook enzymen aan.
Enzymen kunnen in wasmiddelen, vaatwasblokjes of vlekverwijderaars worden gebruikt.
Daar zorgen ze ervoor dat vlekken verdwijnen door het vuil af te breken. Bijvoorbeeld bloedvlekken, vetvlekken, aardappelpuree, sauzen en chocolade.
 Enzymen werken al bij lage temperaturen zoals 20 of 30 graden. De meeste enzymen werken het beste bij 40 graden.
Van een wasmiddel dat enzymen bevat, heb je per wasbeurt minder nodig dan van een wasmiddel zonder enzymen. 

Slide 14 - Slide

Schoonmaken

Zure schoonmaakmiddelen zijn geschikt om kalk op te lossen. (Schoonmaak azijn, antikal, zoutzuur)


Basische schoonmaakmiddelen zijn geschikt om vetten op te lossen. (Ammonia, gootsteenontstopper, soda)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video