1M Les 28 15.12.21

Willkommen
15.12.21
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Willkommen
15.12.21

Slide 1 - Slide

Planung
- Ziel
- SO besprechen 
- Grammatik 
- Selbstständig arbeiten
- Kahoot
- Abschluß

Slide 2 - Slide

Absprachen
- Aan het begin van de les doe je de telefoon in de telefoontas en ga je rustig naar je plaats. 
- Zodra je op je plek zit leg je je spullen op tafel. 
- Tijdens de les doe je actief mee 
- Je luistert naar elkaar (en praat niet door de ander heen). 
- Je houdt het lokaal netjes. 
- Aan het einde van de les pak je je tas in wanneer de docent aangeeft dat je je tas mag inpakken. 
- Je zorgt ervoor dat je je werkplek/ het lokaal netjes achterlaat: evt. rommel gooi je weg en je schuift je stoel aan/zet de tafel recht. 
- Je verlaat het lokaal wanneer de bel is gegaan. 

Slide 3 - Slide

SO besprechen
- Vervoegen regelmatige werkwoorden 
- Ezelsbruggetje (fe)esttenten/idewis 
- reproductievragen (zinnen/woordjes)

Slide 4 - Slide

Grammatik

Uhrzeiten (Schritt 14 Aufgabe 2, S.121)
Het is drie uur
Es ist drei Uhr
Het is vijf over drie
Es ist fünf nach drei
Het is kwart over drie
Es ist Viertel nach drei
Het is tien voor half vier
Es ist zwanzig nach drei/ zehn vor halb vier.
Het is half vier.
Es ist halb 4.
Het is vijf over half vier.
Es ist fünf nach halb vier.
Het is kwart voor vier.
Es ist Viertel vor vier.
Het is tien voor vier.
Es ist zehn vor vier. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Grammatik
Bepaalde en onbepaalde lidwoorden 
  • De, het, een
  • Duits: der/die/das/die (de/het) + ein/eine (een)

--> in de woordenlijsten in het boek: 
blauw = mannelijk
rood = vrouwelijk
groen = onzijdig 

Slide 7 - Slide

Grammatik
  • Der/Ein: mannelijke woorden (zoals der Mann, der Freund, der Stier, der Baum)
  • Die/Eine: vrouwelijke woorden (Die Frau, die Freundin, die Kuh, Die Blume --> veel woorden die op -e eindigen zijn vrouwelijk)
  • Das/Ein: onzijdige woorden (das Haus, das Lied.... --> veel woorden die in het Nederlands het lidwoord ''het'' hebben/vaak verkleinwoorden (eindigt op -chen/-lein)
  • Die(/Keine): meervoud (die Häuser, die Kinder, die Frauen)

Slide 8 - Slide

Hausaufgaben kontrollieren
Schritt 14 Aufgabe 2 + 3 + 5
Schritt 15 Aufgabe 2 + 3

Slide 9 - Slide

Selbstständig arbeiten
 Schritt 15 Aufgabe 5, 6, 7B, Stempeln bitte A + B

Hören Schritt 15 Aufgabe 4 

Slide 10 - Slide

Abschluß
Hausaufgaben für Montag:
 Schritt 15 Aufgabe 5, 6, 7B, Stempeln bitte A + B
Leren: 
L Schritt 9 Gram: regelm ww + Vokabeln + S.154 haben & sein + Schritt 10 Gram: hoofdtelwoorden t/m 20 + Schritt 12 Redemittel + Schritt 13 Vokabeln + Schritt 14 Redemittel & Uhrzeiten + Schritt 15 gram: bepaalde en onbepaalde lidwoorden + Vokabeln Schritt 16

Slide 11 - Slide