Hoofdstuk 8.1 bloed (afronden)

Biologie
 paragraaf 8 bloed
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie
 paragraaf 8 bloed

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

  • De onderdelen van het bloed kunnen benoemen.
  • De taak kunnen benoemen van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Kunnen benoemen waar in het lichaam nieuwe bloedcellen worden gemaakt.

Slide 2 - Slide

Planning
Waaruit bestaat je bloed?
Hoe vervoert het bloed stoffen?
Wat verandert er bij inspanning in je lichaam?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe vervoert het bloed stoffen?
  • Je bloed neemt stoffen op, vervoert die stoffen, en geeft ze ergens anders weer af.

  • Opname en afgifte van stoffen gebeurd in heel dunne bloedvaatjes: de haarvaten.

Slide 5 - Slide

Vervoer via bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.

  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vervoer via rode bloedcellen

  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Dit gebeurt met behulp van hemoglobine
  • Zuurstof bindt zich vast aan de hemoglobine

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bloedarmoede
  • Rode bloedcellen bevatten te weinig hemoglobine.
  • Je wordt snel moe, want er kan minder zuurstof vervoert worden.
  • Organen krijgen dus minder zuurstof.

  • Bloedarmoede kan ontstaan door een tekort aan ijzer.

Slide 11 - Slide

Wat verandert er bij inspanning?
  • Tijdens het sporten werken allerlei organen sneller.
  • Hiervoor is meer energie nodig.
  • Om meer energie te krijgen is er meer verbranding nodig.

Slide 12 - Slide

Verbranding

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Meer zuurstof
  • Ook zuurstof heb je meer nodig tijdens het sporten.

  • Zuurstof vul je aan door tijdens het sporten sneller te ademen.

  • Ook je hart gaat sneller kloppen, waardoor je bloed sneller gaat stromen.

  • Als het bloed sneller stroomt, krijgen de spieren sneller meer zuurstof.

Slide 15 - Slide

Meer afvalstoffen afvoeren
  • Meer verbranding betekent ook meer afvalstoffen, zoals koolstofdioxide
  • Doordat je hart sneller klopt, vervoert het bloed meer koolstofdioxide van de spieren terug naar de longen.
  • De koolstofdioxide ademen we uit

Slide 16 - Slide

Wat
maak de opdr. 11 t/m 20 (blz. 71  & 72)
Hoe
vijf minuten zelfstandig stil (ZS)
*Geen vinger opsteken
*Aan het werk
*Stil en stoor niemand
*Blijf op je plek
Laatste vijf minuten zachtjes fluisteren (ZF)
Tijd
Tot de bel
Hulp
Boek en aantekeningen
Opbrengst
Snap je de stof beter
Klaar
Samenvatten, huiswerk voor andere vakken, boek lezen

Slide 17 - Slide