Leerwerkboek 12 KGT Blok 1 De Polen

Leerwerkboek 12 KGT 
Blok 1 De Polen
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Leerwerkboek 12 KGT 
Blok 1 De Polen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Overeenkomsten Noord- en Zuidpool

  • Beide poolgebieden liggen ver van de Evenaar.
  • Beide gebieden zijn koud, omdat de zon laag staat aan de horizon en een deel van het jaar komt de zon niet eens op. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Verschillen Noord- en Zuidpool
  • Arctica  
  • Ligt in de Noordelijke IJszee.
  • Combinatie van landijs en zee-ijs.
  • Zee-ijs smelt in de zomer, is maar een paar cm dik.
  • IJsberen, rendieren en andere zoogdieren.
  • Wonen een paar miljoen mensen.
  • Antarctica
  • Bergachtig werelddeel dat helemaal bedekt is met landijs.
  • Hele jaar koud vanwege koude zeestroom.
  • Pinguïns, vogelsoorten en zeezoogdieren. 
  • Er wonen geen mensen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Zeespiegelstijging
  • Door klimaatverandering smelt er veel ijs op beide polen.
  • Vooral het smelten van landijs zorgt voor de zeespiegelstijging.
  • Zee-ijs zorgt hier niet voor, omdat het al op zee drijft. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Geofactoren
  • Factoren die ervoor zorgen hoe een landschap ontstaat.
  • Water, lucht, bodem, reliëf (hoogteverschillen),  gesteente, grondsoort en klimaat.
  • Geofactoren veranderen langzaam, bijv. bij het ontstaan van een gebergte.
  • Geofactoren kunnen ook snel veranderen, bijv. klimaatverandering of een vulkaanuitbarsting.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Atmosfeer
  • Een laag lucht van enkele tientallen kilometers dik rond de aarde.
  •  Zonder de atmosfeer is er geen leven op aarde mogelijk. 
  • De beschermende laag zorgt voor:

  1. Zuurstof
  2. Bescherming tegen gevaarlijke zonnestraling en meteorietinslagen (ozonlaag).
  3. Vasthouden van warmte aan het aardoppervlak.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Natuurlijk broeikaseffect
  • Het vasthouden van warmte. 

  • Het licht van de zon gaat door de atmosfeer heen en raakt het aardoppervlak.
  • Het aardoppervlak wordt daardoor verwarmd.
  • Sommige gassen houden die warmte vast als een deken. Anders zou het heel koud op aarde zijn.
  • Toch blijft niet alle warmte in de atmosfeer, anders zou het alleen maar warmer worden.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Versterkt broeikaseffect
  • Fabrieken, auto's en koeien zorgen voor extra broeikasgassen in de atmosfeer.
  • Hierdoor wordt de isolerende werking van de broeikasgassen om de aarde sterker en houdt de atmosfeer meer warmte vast.
  • Gevolg: Het wordt op aarde steeds warmer. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Het klimaatakkoord van Parijs
  • In 2015 zijn er door 195 landen afspraken gemaakt.
  • Belangrijkste afspraken zijn:

  1.  Opwarming van de aarde beperken tot max. 2 graden.
  2.  Stop toename uitstoot broeikasgassen.
  3.  Alle landen zijn verplicht het verdrag uit te voeren.
  4.  Voedselproductie mag niet in gevaar komen.
  5.  Armere landen krijgen financiële hulp.
  6.  Ieder land moet geld geven.
  7.  Onderzoek doen naar vernieuwingen in klimaatontwikkelingen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Klimaatwet Nederland
  • Uitstoot koolstofdioxide moet verlaagd worden.
  • In 2030 met 49 procent en in 2050 met 95 procent.

  • Hiervoor moeten er duurzame energiebronnen worden gebruikt.
  • Dit zijn energiebronnen die niet vervuilend zijn en niet opraken.
  • Bijvoorbeeld: windenergie, zonne-energie, waterkracht, aardwarmte en sommige vormen van biomassa. 

Slide 24 - Slide