week 1 Perfecto/Indefinido/Imperfecto/Perfecto

Los tiempos del pasado
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Los tiempos del pasado

Slide 1 - Slide

El objetivo de hoy
Het toepassen van de verschillende verleden tijden in het Spaans. Weten welke vragen je daarvoor kan stellen.

Slide 2 - Slide

Los tiempos del pasado: Verleden tijden
- De perfecto / imperfecto / indefinido zijn allemaal verleden tijden

- Zie voor de vervoegingen het tekstboek/volgende dia's

- De dia's daarna gaan over het gebruik van de verschillende tijden. Want wanneer moet je nu welke tijd gaan gebruiken?

Slide 3 - Slide

Hoe vorm ik de 
Perfecto?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat zijn de uitgangen van de Imperfecto -ar + -er/-ir

Slide 6 - Open question

welke 3 werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto?

Slide 7 - Open question

Vervoeg HABLAR, COMER, VIVIR in de indefinido

Slide 8 - Open question

Er zijn heel veel onregelmatige indefinidos

Slide 9 - Slide

Hoe bepaal ik welke tijd ik moet kiezen?
Manier 1 Signaalwoord
deze week                   (je zit er nog in)                                                                                = PERFECTO
gisteren                        (duidelijk begin en duidelijk eind: 00.00 uur en 23.59 uur) = INDEFINIDO
toen ik klein was        (géén duidelijk begin en eind)                                                     = IMPERFECTO
Manier 2 Vraag stellen (bij kiezen tussen indefinido/imperfecto)
Was het er al?                = IMPERFECTO
s het achtergrond informatie?= IMPERFECTO
Gebeurde het?               = INDEFINIDO
Was het een actie?       = INDEFINIDO
I



Slide 10 - Slide

Perfecto (signaalwoorden)
Hoy
Este/a/os/as verano/año/mes/semana/vacaciones
Nunca, jamás
Todavía (no), ya (no)
Alguna vez, muchas veces
Una vez, dos veces
Últimamente, recientemente
Cuánto tiempo

Leer de vertaling van de signaalwoorden!
IN DEZE TIJD ZIT JE NOG STEEDS!

Slide 11 - Slide

Imperfecto (signaalwoorden)
antes, entonces
de pequeño/niño/joven
siempre, a menudo, cuando, entonces
todos los días/martes/años
los lunes/martes
cada día/semana/miércoles
mientras, normalmente
en esa/aquella época
...porque...

Leer de vertaling van de signaalwoorden!
DEZE TIJD HEEFT GEEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 12 - Slide

Indefinido (signaalwoorden)
ayer, anteayer, anoche
la semana pasada
el año/mes/verano pasado
el otro día, el lunes, el martes
hace 1,2,3 día(s) /semana(s)
en 1946, el 14 de febrero (datum)
en marzo... navidades...
aquel día, aquel invierno, desde 1995 hasta 1998, 
de repente, cuando, 
el/la último/a día/tarde...


Leer de vertaling van de signaalwoorden!
DEZE TIJD HEEFT EEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 13 - Slide

Hoe vorm ik de 'pluscuamperfecto'?

Slide 15 - Open question

pluscuamperfecto
Pluscuamperfecto = imperfecto van HABER + voltooid deelwoord (participio)



(yo)        
(tú)     
(él/ella/usted)                               +
(nosotros/-as)   
(vosotros/-as)   
(ellos/ellas/ustedes)  
  
había
habías
había
habíamos
habíais
habían
  +    cantado/bebido/salido    
= participio

Slide 16 - Slide

Wanneer gebruik ik de 'pluscuamperfecto'?

Slide 17 - Open question


GEBRUIK:
Pluscuamperfecto wordt gebruikt voor het aangeven van handelingen in het verleden die aan andere handelingen zijn voorafgegaan. Wij zouden dat kunnen vertalen in het NL naar 'hadden'. Vb: 'had (al) gemaakt'. 
VOORBEELD:
Toen ik gisteren thuiskwam, had Manolo het eten al gemaakt
→ Het eten was al gemaakt vóór Manolo thuiskwam. Deze handeling in het verleden vond plaats vóór een andere handeling in het verleden. De pluscuamperfcto staat in de zin in combinatie met de indefinido.
Signaalwoorden: antes, después de, ya...



pluscuamperfecto

Slide 18 - Slide

A trabajar
- PA (Libro 1 capítulo 1): Hacer ej. 7, 8, 15
 

Slide 19 - Slide