mavo 3 lezen H3 synesthesie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

mavo 3 lezen H3 synesthesie

vul in 

In een goed opgebouwde tekst hebben zinnen en alinea's  met elkaar te maken. Ze houden ........ met elkaar.

Een s............... geeft dit verband aan en helpt je de tekst beter te begrijpen.

vul in 

In een goed opgebouwde tekst hebben zinnen en alinea's  met elkaar te maken. Ze houden VERBAND met elkaar.

Een signaalwoord geeft dit verband aan en helpt je de tekst beter te begrijpen.

welke tekstverbanden zijn er ?

tekstverbanden (aantekening)

1. opsommend tekstverband

2. tegenstellend tekstverband

3. voorbeeldgevend tekstverband

4. chrologisch (tijdsvolgorde) tekstverband

5. oorzakelijk tekstverband

6. voorwaardelijk tekstverband

zoek de betekenis van SYNESTHESIE op

Lijkt het jou fijn om synesthesie te hebben ?

ja

nee

ik weet het niet

synesthesie = je zintuigen werken (te) nauw samen; smaak en geur wordt bepaald door wat je hoort of ziet.

aan de slag: 

1. werk in tweetallen

2. lees vanuit je boek om de beurt tekst 4 en 5 op blz. 72-72

3. maak opdracht 4 op blz. 72 in NN online.

    Overleg, maar ieder vult individueel online de antwoorden in.

4. klaar ? maak opdracht 5* op blz. 74 online

lezen h4

lekker vakantie gevierd ?

even herhalen dan:

wat heeft het één met het ander te maken --> wat is het verband.

Alinea's of zinnen in een tekst hebben een verband met elkaar.

Nu jij weer......

welke tekstverbanden ken jij?

lezen h4

tekstverbanden: (deze moet je leren voor de toets)

1. opsomming;

2.tegenstelling;

3. voorbeeld;

4. tijdsvolgorde (chronologie : eerst, later, daarna, vervolgens

5. oorzaak- gevolg (doordat, daardoor, zodat, de oorzaak hiervan)

6. voorwaarde ; als..dan, indien, tenzij, mits

startersopdracht toevoegen blz. 96

vind jij straattaal in een advertentie een goed idee ?

ja

nee

straattaal in een advertentie; ja of nee
leg je antwoord uit

H4 Lezen

1. lezen tekst 3, 4 en 5 blz. 97-98

2. maken opdracht 1 (na 5 min. bespreken) 

klaar?

3. bespreek max. 2 min. met je buur: 

•  zou jij met je gezin een wereldreis willen maken?
•  hoe lang zou jij maximaal onderweg willen zijn?

4 . lezen tekst 6 blz. 99-100

herhaling H3 en H4

zinnen en alinea's hebben met elkaar te maken. Ze houden VERBAND met elkaar. Signaalwoorden geven dit tekstverband aan.

Noem de tekstverbanden die je hebt geleerd in hoofdstuk 3 en 4

Doordat Anne haar oma was gestorven, kon zij zich niet concentreren tijdens de toetsweek.

1. chronologisch tekstverband
2. voorwaardelijk tekstverband
3. oorzaak-gevolg verband
4. tegenstellend tekstverband

Als Merijn zijn vader helpt de schutting te schilderen, trakteert zijn vader hem op een etentje in zijn lievelingsrestaurant.

1. chronologisch tekstverband
2. voorwaardelijk tekstverband
3. oorzaak-gevolg verband
4. tegenstellend tekstverband

Eerst fietste hij naar het station, daarna pakte hij de trein en vervolgens liep hij naar school.

1. chronologisch tekstverband
2. voorwaardelijk tekstverband
3. oorzaak-gevolg verband
4. tegenstellend tekstverband

Veel jongeren willen graag veel geld verdienen tijdens de zomervakantie, maar ze willen ook veel vrije tijd hebben.

1. chronologisch tekstverband
2. voorwaardelijk tekstverband
3. oorzaak-gevolg verband
4. tegenstellend tekstverband

Stel, je wint 2 kaartjes voor een concert naar keuze. Waar ga je heen?

kun je van een popconcert genieten wanneer je doof bent ?

ja, dat denk ik wel

nee, dat lijkt me niet

Ik weet het niet

1. lezen tekst 7  op blz. 100-101

Hoe doven van een popconcert genieten

2. maken opdracht 4 (blz. 100)