What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
meervoud
Heb je zin in de les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
1 / 26
next
Slide 1:
Poll
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Heb je zin in de les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 1 - Poll
Hele werkwoord is WERKEN.
Voltooide tijd is
A
gewerkt
B
gewerkd
Slide 2 - Quiz
Hele werkwoord is REIZEN. Voltooide tijd is:
A
gereist
B
gereisd
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
doel van deze les
herhaling: Ik kan meervoud maken met - en en -es (2.12) en uitzonderingen. (2.13)
(MEERVOUD = niet 1, maar 2 of meer )
+ 2.14 en 2.15
Slide 5 - Slide
eerst een paar vragen.....
wat weet je al?
Slide 6 - Slide
Wat is het meervoud van plant?
1 plant, 2.........
A
plants
B
plantes
C
planten
D
plantens
Slide 7 - Quiz
Wat is het meervoud van tijd?
1 tijd, 2 ........
A
tijdens
B
tijds
C
tijds
D
tijden
Slide 8 - Quiz
Wat is het meervoud van boek?
1 boek, 2.........
A
boeks
B
boeken
C
boekes
D
boekt
Slide 9 - Quiz
regel1:Dus: boeken, tijden, planten.....
Wat is dus de regel voor meervoud?
Slide 10 - Open question
de regel(1):
Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.
Dat is simpel!
Let wel op de spelling van lange en korte klank - woorden : boom - bomen/ roos - rozen/ bos - bossen/ golf - golven!!!
Slide 11 - Slide
de tweede regel....
weer eerst een paar vragen:
Slide 12 - Slide
meervoud van jongen?
Slide 13 - Open question
meervoud van meisje?
Slide 14 - Open question
meervoud van vinger?
Slide 15 - Open question
meervoud van vakantie?
Slide 16 - Open question
meervoud van tafel?
Slide 17 - Open question
regel 2:meervoud : meisjes/ tafels/jongens/vakanties/ vingers....dus de regel is?
Slide 18 - Open question
de regel (2):
Na - je/ - el / -en / -er/ - ie
zet je een S achter het woord om meervoud te maken
Slide 19 - Slide
meervoud op
-s
meervoud op
-en
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
gang
kamer
bed
zaal
kleed
brief
jongen
Slide 20 - Drag question
meervoud van ei, koe, stad
Slide 21 - Mind map
meervoud van dag, glas, weg
Slide 22 - Mind map
meervoud van : kind, gat, glas
Slide 23 - Mind map
Ik heb het meisje gesproken.
Ik heb de meisjes gesproken.
Wat is het lidwoord bij meervoud?
Slide 24 - Open question
Onthouden:
Meervoud:
1) Meestal
-
en
achter het woord
2) Na -e, -el, -er, -en op
-s
en 3) de onregelmatige werkwoorden leer je uit je hoofd, zoals kind
eren
en ei
eren
.
Je moet ook letten op de spelling!
HET LIDWOORD BIJ MEERVOUD IS ALTIJD
'DE'
Slide 25 - Slide
Ik begrijp deze regel...
NIET
EEN BEETJE
GOED
HEEL GOED
Slide 26 - Poll
More lessons like this
meervoud
December 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud
June 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud
December 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
Meervoud
January 2024
- Lesson with
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
meervoud (deel 2)
March 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud zelfstandig naamwoorden
April 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
meervoud 3.12
November 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2
meervoud klas J
November 2019
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Basisschool
Praktijkonderwijs
Groep 6
Leerjaar 2