Sprookjes - de opdracht

Sprookjes - OPDRACHT
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Sprookjes - OPDRACHT

Slide 1 - Slide


Schrijf een modern sprookje 

Slide 2 - Slide

Alle sprookjes hebben een wijze les (een moraal) 

Slide 3 - Slide

Roodkapje
In de meeste gevallen gaat het in sprookjes om het verschil tussen goed en kwaad. De moraal in bijvoorbeeld het sprookje Roodkapje is dat je vooral goed moet luisteren naar je ouders en vooral niet iedereen moet vertrouwen. 

Slide 4 - Slide

Bedenk een moderne versie van het moraal:
"goed luisteren naar je ouders en vooral niet iedereen vertrouwen".

Slide 5 - Mind map

Repelsteeltje
Een andere belangrijke moraal is dat je niet mag liegen. Neem bijvoorbeeld het sprookje Repelsteeltje. Daarin liegt de molenaar dat zijn dochter stro in goud kan laten veranderen. Hiervoor wordt zijn dochter gestraft door haar net zo lang in een torenkamertje op te sluiten totdat zij dit gedaan heeft.

Slide 6 - Slide

Bedenk een moderne versie van het moraal:
"je mag niet liegen".

Slide 7 - Mind map

De Bremer stadsmuzikanten
Een derde belangrijke moraal komt uit het sprookje De Bremer Stadsmuzikanten. In dit verhaal worden 3 muzikanten overvallen door rovers. Echter door snel op elkaar te gaan staan en te doen alsof ze 1 grote tegenstander waren wisten ze de rovers te verjagen. De moraal van dit sprookje is dan ook: Samen ben je sterk. 

Slide 8 - Slide

Bedenk een moderne versie van het moraal:
"samen sta je sterk".

Slide 9 - Mind map

Zij leefden nog lang en gelukkig
De positieve boodschap van vrijwel elk sprookje "zij leefden nog lang en gelukkig" gaf je het idee dat het allemaal goed afliep. Dit moest je ook vertrouwen geven in het werkelijke leven. Er zullen hindernissen op je pad komen maar als je goed je best doet, dan kun je deze overwinnen.

Slide 10 - Slide

Opdracht:
Het is de bedoeling dat je het sprookje gaat veranderen, zodat het een sprookje van nu wordt, een modern sprookje.

Bijvoorbeeld: dat Hans en Grietje niet verdwalen in het bos maar in de stad. En ze komen geen huisje van snoep tegen maar bijvoorbeeld een kermis.

Slide 11 - Slide

Stappenplan

Slide 12 - Slide

Stap 1
  • Kies een sprookje dat je wilt veranderen. 
  • Zoek uit wat het moraal (de wijze les) is.
  • Neem het bestaande sprookje en ga dat veranderen. Schrijf de dingen op die je wilt veranderen. Zoals het snoephuisje uit Hans en Grietje of de appel van Sneeuwwitje.


Slide 13 - Slide

Stap 2
  • Verzin nog niets nieuws, kies wel minimaal 10 dingen die je gaat veranderen.
  • Bedenk nieuwe woorden voor de dingen die je gaat veranderen, zoals een nieuwe auto (Ferrari) in plaats van een paard.
  • Denk na over spullen die ze vroeger nog niet hadden of die je nooit in sprookjes leest. Denk bijvoorbeeld aan: auto's, treinen; robots, ruimteschepen, computers, telefoons, speelgoed en beroepen. 

Slide 14 - Slide

Stap 3
Ga het sprookje herschrijven.
  • Je sprookje heeft minimaal 500 woorden.
  • In jouw sprookje zit een wijze les
  • Het sprookje begint met: Er was eens... en eindigt met: ...en ze leefden nog lang en gelukkig
  • Er is een goede en een slechte hoofdpersoon
  • Er zijn tenminste 10 dingen veranderd

Slide 15 - Slide

Stap 4
Als je sprookje klaar is, ga je kijken of er geen fouten meer instaan. Heb je hoofdletters en punten gebruikt? Zijn de woorden goed geschreven? Zijn de zinnen begrijpelijk? Zijn de zinnen kort?

Wanneer je dit gedaan hebt, mag je kiezen uit twee dingen:
  • Je print je verhaal uit en maakt er een mooie tekening bij
  • Je gaat op internet plaatjes zoeken, voegt ze bij je verhaal en print het uit.

Slide 16 - Slide