vraagwoorden

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

vraagwoorden

leerjaar 2

who

om te vragen wie er wordt bedoeld:
Who are those people?  = wie zijn die mensen?

what

gebruik je om te vragen wat iets is.

What  is that? = wat is dat?

Where

gebruik je om te vragen naar een plaats

Where are your books? = waar zijn jouw boeken?

when

gebruik je om te vragen naar een tijd.

When is your birthday?  = Wanneer is jouw verjaardag?

why 

Je vraagt naar een reden.

Why are you angry?  = Waarom ben je boos?

How

Om te vragen naar de manier waarop iets gebeurd (hoe) of naar gevoelens.

How is the food? = Hoe smaakt het eten?
How is your mum? = hoe gaat het met je moeder?

....... do you live?

1. where
2. why
3. when
4. how

....... is your favourite food?

1. when
2. what
3. why
4. where

....... do you play football? Every Saturday.

1. how
2. why
3. what
4. when

...... do you like your friend? Because she is really funny.

1. when
2. what
3. why
4. where

.... do we have to do today?

1. where
2. what
3. why
4. when

........ is your favourite animal
?

1. what
2. why
3. when
4. how

...... are you going to get there? by car.

1. how
2. when
3. why
4. where

...... do we have to do our homework? Because you need to practise

1. when
2. how
3. where
4. why

..... is your favourite teacher?

1. when
2. why
3. who
4. what

Kun je de juiste vraagwoorden gebruiken?

😒🙁😐🙂😃