Kapitel 3 Mavo 4 2020..

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Warum ......... du das Mädchen nicht ......
Kies uit de ww: einladen of anfangen

Ich ........... jeden Tag zur Schule.
Kies uit de ww: schlafen, tragen of laufen

........... er zu Hause 7 Katzen?
Kies uit de ww: tragen of halten

Wir .......... tolle Kleidung?
Kies uit de ww: tragen of lassen.

Ihr ............ mit 18 Jahren nicht mehr.
Kies uit de ww: gefallen of wachsen

Ina ......... morgens um 6 Uhr weg.
Kies uit de ww: fahren of schlafen

...... das Mädchen ungefähr 8 Stunden?
Kies uit de ww: schlafen, halten of fallen

.......... ihr mir nicht zu spät zu kommen?
Kies uit de ww: schlafen of raten

Das ......... mir überhaupt nicht.
Kies uit de ww: laufen, gefallen of tragen

Wann ......... du mit singen .....?
Kies uit de ww: einladen, anfangen

Heute ....... du nicht zu Hause.
Kies uit de ww: nehmen, essen of sehen

Geh weg! Warum ....... er noch hier.
Kies uit de ww: stehen of sprechen

Ihr ......... gegen den Ball.
Kies uit de ww: helfen of treten

Der Junge ........ das Brot in der Kirche.
Kies uit de ww: helfen of brechen

Wir ........ ziemlich viel.
Kies uit de ww: helfen of werden.

...... du immer so viele Bücher?
Kies uit de ww: brechen, lesen of essen

Wie lange ........ ich schon fern?
kies uit de ww: sprechen, sehen of essen

Lars ......... Simone mit nach Hause.
kies uit de ww: treten of nehmen

Beide Kinder ....... 4 verschiedene Sprachen?
Kies uit de ww: brechen of sprechen

......... du eure Eltern morgen?
kies uit de ww: treffen of gehen

Du hast (haar) ..... nicht mehr getroffen.
GEEF ANTWOORD en LEG UIT.

Wir haben etwas für (hem) ....... mitgenommen.
GEEF ANTWOORD en LEG UIT.

Habt ihr (het) ...... vergessen?
GEEF ANTWOORD en LEG UIT.

Meine Mutter ist noch immer bei
(hem) .......
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Wir danken (u) ....... für die Karte.
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Sie hat (jullie) ..... eine Mail geschickt. GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Gegen (mij) ...... verliert ihr nicht.
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Wir möchten (jou) ..... fragen, ob noch ein Hotel frei ist.
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Können Sie (ons) ....... helfen, Frau Müller?GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Habt ihr (haar) ....... gehört?
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Brian hat das Geschenk von (mij) ...... bekommen.
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Wann kommst (jij) ....... wieder zurück?GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Warum holt er (u) ......... ab?
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Er schreibt (jullie) ...... eine Mail.
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Haben (zij mv) ....... 4 Wochen frei?
GEEF ANTWOORD en LEG UIT

Geef het goede antwoord.

Geef het goede antwoord

Geef het goede antwoord.

Geef het goede antwoord.

Geef het goede antwoord.

Geef het goede antwoord.

Schrijf de 2
redenen op.

Geef het goede antwoord.

Schrijf de 2
redenen op.

Geef het goede antwoord.