Mavo 3 H8.2- Wereldwijde handel

Wereldwijde handel 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wereldwijde handel 

Slide 1 - Slide

8.1 Waarom de grens over? 
Invoerwaarde:
Wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten
Invoerwaarde:
ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid
Uitvoerwaarde:
Wat we in totaal met export verdienen
Uitvoerwaarde:
uitgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Slide 2 - Slide

Blz 222 Opg 8

Slide 3 - Slide

8.1 Nederland Handelsland 
Betalingsbalans:
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland
Uitvoerwaarde:
Wat we in totaal met export verdienen
Invoerwaarde:
Wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten
Overschot op de betalingsbalans:
export > import
(er komt meer geld binnen door export dan dat er via de import uit gaat)
O
Tekort op de betalingsbalans:
import > export
(er gaat meer geld uit door import, dan er binnenkomt door export)
T

Slide 4 - Slide

8.1 Nederland Handelsland 
Nationaal inkomen 2017:
€ 714 miljard
€ 411,4 miljard
€ 468,5 miljard
Nationaal inkomen=
alle inkomens van de inwoners bij elkaar opgeteld
Importquote=
De totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen
Exportquote=
De totale uitvoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen
Importquote=
totale invoerwaarde : nationaal inkomen x 100 (%)
Exportquote=
totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen x 100 (%)

Slide 5 - Slide

  • Nederland heeft een hoge im- en exportquote
  • Nederland heeft een open economie
8.1 Nederland Handelsland 
€ 411,4 miljard (importquote 57,6%)
€ 468,5 miljard exportquote 65,6%
Gesloten economie =
Een land met een lage importquote en exportquote
G
Open economie=
Een land met een hoge importquote en exportquote
O

Slide 6 - Slide

Blz 223 Opg 10

Slide 7 - Slide

Blz 223 Opg 11

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 8
Paragraaf 2
Wereldwijde handel

Slide 9 - Slide

Wat moet je kennen/ kunnen?
  1. Hoe een land zijn concurrentiepositie kan versterken
  2. Waarom internationale arbeidsverdeling goed is voor de welvaart
  3. Wat globalisering is
  4. Waarom landen soms maatregelen nemen om hun economie te beschermen
  5. Welke vier vormen van bescherming er zijn

Slide 10 - Slide

Internationale concurrentiepositie

Hoe een land in staat is om beter en goedkoper te produceren dan andere landen.

Nederland kan dijken leveren met een goede kwaliteit waardoor Nederland een goede positie heeft ten opzichte van andere landen.

Slide 11 - Slide

Internationale concurrentiepositie
Bij internationale concurrentiepositie spelen de volgende factoren een rol:
  • Loonniveau
  • Arbeidsproductiviteit
  • Inflatie

Slide 12 - Slide

Internationale arbeidsverdeling

Ieder land maakt producten waarin het goed is. 

Dit is een wereldburger!

Slide 13 - Slide

Internationale arbeidsverdeling
Door vrijhandel ontstaat de beste internationale arbeidsverdeling.

Iedereen doet waar hij goed in is

Vrijhandel <-> Protectionisme

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Globalisering
De toename van wereldwijde contacten en handel.

Gevolg:
Internationale bedrijven die niet aan een land gebonden zijn (multinationals).

Slide 17 - Slide

Protectie = bescherming
De Europese Unie probeert de eigen economie en
werkgelegenheid te beschermen = (protectie)

Hoe doen ze dat:
  1. Invoerrechten
  2. Contingentering
  3. Invoerverbod
  4. Exportsubsidies

Slide 18 - Slide

Protectionisme
Beschermen eigen productie (+ werkgelegenheid)
  • Producten uit een ander land duurder maken, beperkte of geen invoer.
  • Producten uit eigen land goedkoper maken.

  • ====> protectiemaatregelen

Slide 19 - Slide

 Wereldwijde handel
Protectiemaatregelen
  • Importheffingen -> invoerrechten betalen
  • Contingentering -> maximum aantal invoeren
  • Invoerverbod -> verboden in te voeren


  • Exportsubsidie -> subsidie aan exporterende bedrijven

    Slide 20 - Slide

    Protectiemaatregelen
    • Importheffingen
    • Contingentering
    • Invoerverbod



    • Exportsubsidie
    • -> subsidie aan exporterende bedrijven

      Wereldwijde handel
      • Import duurder, minder import, geen import
      • -> voordelen eigen productie
      • goedkope export

      Slide 21 - Slide

      Invoerrechten
      Een extra belasting voor landen buiten de EU, om producten binnen de EU te mogen verkopen)
      Hoe werkt het?
      1. Producten van buiten de EU worden duurder
      2. EU-burgers kopen liever iets uit een EU-land (=goedkoper)
      3. Bedrijven binnen de EU verkopen meer
      4. BEdrijven binnnen de EU hebben meer werkgelegenheid
       


      Slide 22 - Slide

      Contingentering
      Dat betekent dat er maar een max. aantal producten van iets mag worden ingevoerd (bv. 250.000 Japanse auto’s)
      Hoe werkt het?
      1. Mensen gaan auto’s uit de EU aanschaffen als de Japanse ‘op’ zijn 
      2. Europese autobedrijven verkopen meer.
      3. Er is meer werk bij Europese autobedrijven (en leveranciers)

      Slide 23 - Slide

       Invoerverbod

      Het product mag niet worden ingevoerd


      Slide 24 - Slide

      Exportsubsidie
      Subsidie (= je krijgt dan geld van de overheid) voor bedrijven die exporteren buiten de EU.
      Hoe werkt het?
      1. Je krijgt een subsidie van de overheid.
      2. Je kunt je producten voor een lagere prijs verkopen.
      3. Betekent dat je waarschijnlijk meer verkoopt.
      4. Meer werkgelegenheid bij europese bedrijven

      Slide 25 - Slide

      Als de lonen in een land stijgen, ________________________de internationale concurrentiepositie.
      Hierdoor zal een land ______________________ gaan exporteren.
      verbetert
      verslechtert
      meer
      minder

      Slide 26 - Drag question

      Internationale arbeidsverdeling ontstaat door
      A
      Internationale concurrentie
      B
      Protectionisme
      C
      Nationale concurrentie
      D
      Vrijhandel

      Slide 27 - Quiz

      Internationale arbeidsverdeling is:
      A
      Elk land produceert waar hij goed en goedkoop in is.
      B
      Elk land produceert hetzelfde product
      C
      er komen steeds meer gastarbeiders
      D
      de werkeloosheid neemt toe

      Slide 28 - Quiz

      Wat is het doel van protectiemaatregelen?
      A
      beschermen van de burgers
      B
      beschermen van de overheid
      C
      beschermen van het buitenland
      D
      beschermen van het bedrijfsleven

      Slide 29 - Quiz

      Wat zijn protectiemaatregelen?
      A
      Overheid beschermt de eigen economie
      B
      de overheid beschermt de Economie van een ander land

      Slide 30 - Quiz

      Koppel de juist maatregelen aan de uitleg
      Invoerrechten
      Importquota
      Exportsubsidie
      Belasting op ingevoerde producten
      Contingentering
      Subsidie voor exporterende bedrijven
      Maximum aantal
      Importheffing

      Slide 31 - Drag question

      Welke webshop is zonder importheffing het goedkoopst?
      A
      Bol.com
      B
      Amazon.co.uk
      C
      Play.com

      Slide 32 - Quiz

      Malawi mag, van de EU, maximaal 4 miljoen mango's exporteren naar de EU. Dit noem je
      A
      Contigentering
      B
      Invoerrechten
      C
      Importquota
      D
      Importheffingen

      Slide 33 - Quiz

      Zelfstandig werken
      Je gaat nu aan de slag met:
      - Maken H8.2
      - Opdrachten: 1 t/m 13
      - blz. 224 t/m 227 

      Huiswerk voor morgen!!!!


      10 minuten Zs 
      timer
      10:00

      Slide 34 - Slide