Kidsweek 40 / 41: Varkens zijn bepaald niet lui (woordenschat)




Kidsweek 40 / 41: Varkens zijn bepaald niet lui (woordenschat)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson




Kidsweek 40 / 41: Varkens zijn bepaald niet lui (woordenschat)

Slide 1 - Slide

Wat betekent 'tam' in het Nederlands?
A
Zeer agressief
B
Niet wild of gehoorzaam
C
Zacht en schattig
D
Snel en onvoorspelbaar

Slide 2 - Quiz

Welke van de volgende dieren is vaak tam?
A
Een hond
B
Een tijger
C
Een leeuw
D
Een olifant

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van tam gedrag?
A
Een vis die in het water zwemt
B
Een kat die bij je komt zitten
C
Een hert dat in het wild leeft
D
Een vogel die wegvliegt

Slide 4 - Quiz

Op welke leeftijd zijn kinderen meestal zindelijk?
A
Voor hun eerste verjaardag.
B
Na 5 jaar.
C
Na 6 jaar.
D
Tussen de 2 en 4 jaar.

Slide 5 - Quiz

Wat wordt vaak gebruikt om zindelijkheid te leren?
A
Kledingstukken.
B
Potje of toilet.
C
Speelgoed.
D
Flesje melk.

Slide 6 - Quiz

Wat doet een hogedrukspuit?
A
Terras reinigen
B
Planten water geven
C
Kleding wassen
D
Vuil verwijderen

Slide 7 - Quiz

Wat is de hogedrukspuit?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Wat is een synoniem voor 'bepaald niet'?
A
misschien
B
zeker wel
C
zeker niet
D
waarschijnlijk wel

Slide 9 - Quiz

Wat is snacken?
A
Een soort dans
B
Een muziekgenre
C
Tussendoortjes eten tussen maaltijden
D
Een sportactiviteit

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van snacken?
A
Fruit persen
B
Chips of noten eten
C
Drinken van water
D
Een volledige maaltijd bereiden

Slide 11 - Quiz

Snaaien is ...
A
iets duidelijk wegnemen
B
iets stiekem wegnemen

Slide 12 - Quiz

Wanneer spreken we van vooroordelen?
A
Als we iemand goed kennen.
B
Wanneer we feiten over iemand weten.
C
Als we iemand beoordelen zonder kennis.
D
Wanneer onze mening is gebaseerd op ervaringen.

Slide 13 - Quiz

Geranium
Tulpen
Prullenbak

Slide 14 - Drag question

Welke van de volgende producten is taai?
A
Pudding
B
Bananen
C
Zachte kaas
D
Een stuk vlees

Slide 15 - Quiz