kruislingse elasticiteit en inkomens elasticiteit

Kruislingse en inkomens elasticiteit
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Kruislingse en inkomens elasticiteit

Slide 1 - Slide

Kruislingse prijselasticiteit
De vraag naar een goed kan ook afhangen van de prijs van een ander goed.

Er zijn twee mogelijkheden:



Slide 2 - Slide

  • Als prijs van goed A stijgt, stijgt vraag naar goed B. 
  • Dit zijn substitutiegoederen
  • Goederen die ongeveer dezelfde behoefte vervullen. 


  • Als prijs van goed A stijgt, daalt vraag naar goed B. 
  • Dit zijn complementaire goederen: 
  • Goederen die bij elkaar horen (elkaar aanvullen). 

Slide 3 - Slide

Hoe sterk de gevraagde hoeveelheid van een goed afhangt van de prijs van een ander goed, komt tot uitdrukking in de kruislingse prijselasticiteit:



Bij substitutiegoederen is de waarde van Ekv altijd positief.
Bij complementaire goederen is de waarde van Ekv altijd negatief.



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

complementaire goederen
subtitutie goederen

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

inferieur goed
normaal goed
lux goed

Slide 9 - Drag question

Als de inkomenselasticiteit negatief is, is er sprake van ….
A
elastische goederen
B
inelastische goederen
C
inferieure goederen
D
noodzakelijke goederen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is een drempelinkomen? Het inkomen ....
A
tot waar men inferieure goederen koopt
B
dat men minstens nodig heeft om noodzakelijke goederen te kunnen kopen
C
vanaf waar men luxe goederen gaat kopen

Slide 12 - Quiz

inferieure goederen 
complemen-taire goederen 
prijsinelastische vraag 
 prijselasticiteit 
kruislingse elasticiteit 
inkomens elasticiteit 

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video