11.4: Je lijkt op

Hoe vaak krijg jij te horen dat je op een van je ouders/broer(tje)/zus(je)/ander familielid lijkt?
0100
1 / 30
next
Slide 1: Poll
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoe vaak krijg jij te horen dat je op een van je ouders/broer(tje)/zus(je)/ander familielid lijkt?
0100

Slide 1 - Poll

Op wie lijk je dan het meeste?

Slide 2 - Mind map

In welke zin lijk je het meest op diegene?
A
Uiterlijk
B
Karakter
C
Hobby's/interesses
D
Iets anders....

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waar bevinden zich chromosomen?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Cytoplasma
D
Vacuole

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Is deze eigenschap erfelijk of
niet-erfelijk?
A
erfelijk
B
niet-erfelijk

Slide 11 - Quiz

Is deze eigenschap erfelijk of
niet-erfelijk?
A
erfelijk
B
niet-erfelijk

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel
A
12
B
23
C
46
D
92

Slide 18 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft een huidcel van een mens
A
47
B
23
C
46
D
45

Slide 19 - Quiz

Gewone cel
Eicel
Zaadcel
Gewone cel
Bevruchting
Bevruchte eicel

Slide 20 - Drag question

Dit zijn chromosomen, wat valt op? 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Een eeneïge tweeling hebben dezelfde chromosomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

De zaadcel van de vader bepaalt of de baby een jongen of een meisje wordt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Wanneer een eicel(X) bevrucht wordt door een zaadcel(Y), ontstaat een een bevruchte cel met
een X- en een Y-chromosoom: (XY).

Tot welk geslacht zal deze bevruchte cel uitgroeien?
A
Een meisje
B
Een jongen
C
Dat is niet te zeggen
D
Dat is allebei mogelijk

Slide 30 - Quiz