Spellings quiz

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5,6

Werkwoorden oefenen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (TT)

Denkvraag vooraf: welke regel(s) hoort/horen bij het schrijven van de persoonsvorm tegenwoordig tijd?

Isa ... (kunnen) netjes schrijven.

Dave ... (hebben) kaartjes gemaakt.

Ik ... (houden) van lezen.

Benjamin ... (vinden) lezen ook leuk.

Ik ... (spellen) de woorden in het dictee goed.

Jij ... (vieren) haar verjaardag vandaag.

Renske ... (schrijven) lange brieven.

Soms ... (vergeten) iemand zijn of haar boeken.

Wij ... (geven) het huiswerk door aan Anne.

Joris ... (lachen) om juf haar grapjes.

Kevin en Joris ... (maken) leuke grapjes.

Welke regel hoort nou bij het schrijven van de persoonsvorm tegenwoordig tijd?