QUIZ WATER

Wat houdt 'Oppervlaktewater' in?
A
Water in zeeën, rivieren en meren
B
Water dat wordt opgepompt
C
Vervuild water
D
Brak water
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat houdt 'Oppervlaktewater' in?
A
Water in zeeën, rivieren en meren
B
Water dat wordt opgepompt
C
Vervuild water
D
Brak water

Slide 1 - Quiz

Wat is water kwantiteit?
A
Kleur van het water (zoals bij de Gele rivier)
B
de hoeveelheid water
C
kwaliteit van het water
D
zoutgehalte van het water

Slide 2 - Quiz

Wat is water kwantiteit?
A
Kleur van het water (zoals bij de Gele rivier)
B
te weinig water
C
kwaliteit van het water
D
zoutgehalte van het water

Slide 3 - Quiz

Hoe heet water dat door de fabriek wordt gebruikt?
A
Brak- en grijs water
B
Proces- en mineraal water
C
Koel- en gezuiverd water
D
Geen van deze combinaties

Slide 4 - Quiz

Oppervlaktewater is.............
A
Water dat je kunt zien
B
Water dat in de dampkring zit

Slide 5 - Quiz

Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
water van een gletsjerrivier en water van een regenrivier
D
water van beken, sloten en meren samen

Slide 6 - Quiz

Waarom kunnen wij zoet water toch niet gebruiken?
A
Dat water zit gevangen in landijs
B
Dat water zit gevangen in gletsjers
C
Dat water zit te diep in de grond
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

Als neerslag infiltreert in de grond hoe heet dit water dan?
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
brak water
D
infiltratiewater

Slide 8 - Quiz

WAT IS HET 'DEBIET'VAN EEN RIVIER?
A
HOEVEELHEID WATER PER JAAR
B
STROOMSNELHEID WATER OP EEN BEPAALD PUNT GEMETEN
C
HOEVEELHEID WATER PER SECONDE BIJ BEPAALD PUNT
D
OVERZICHT VAN WATERHOEVEELHEID PER MAAND

Slide 9 - Quiz

Maar eerst herhalings vraag.. Van welk water maken we geen drinkwater
A
Oppervlakte water (rivieren bijv)
B
rioolwater
C
Grondwater (uit de bodem)
D
Infiltratiewater (uit duinen)

Slide 10 - Quiz

Een regenrivier vervoert het meeste water in de....................................
A
zomer
B
winter

Slide 11 - Quiz

Welke stof zit er niet in H2O
A
Water
B
Zuurstof
C
Waterstof
D
Koolstof

Slide 12 - Quiz

Gevolg van water oppompen
langs de kust?
A
Irrigatie
B
Condensatie
C
Infiltratie
D
Verzilting

Slide 13 - Quiz

WANNEER HEEFT EEN REGENRIVIER HET MEESTE WATER?
A
ZOMER
B
HERFST
C
LENTE
D
WINTER

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de "waterbalans"
A
De hoeveelheid water die is er in een gebied
B
De hoeveelheid water die verdampt
C
Het verschil tussen de neerslag en de verdamping
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quiz

Het water dat wordt gebruikt voor het kunstmatig bevloeien van akkers noemen we ...
A
Schoon drinkwater
B
Neerslag
C
Irrigatiewater
D
Grondwater

Slide 16 - Quiz

Een oase is...
A
Een droog gebied.
B
Een gebied waar niets groeit.
C
Een plek in de woestijn waar water is.

Slide 17 - Quiz

Hoe noemen we het overgaan van vloeibaar water naar waterdamp uit oppervlaktewater?
A
Evapotranspiratie
B
Gas
C
Verdamping
D
Condensatie

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we het proces van het 'in de grond zakken van water'?
A
Nuttige neerslag
B
Infiltratie
C
Grondwater
D
Evapotranspiratie

Slide 19 - Quiz

Als de waterbalans positief is betekent dat.................
A
het veel heeft geregend
B
er weinig verdamping is
C
boeren weinig water gebruiken
D
Er valt meer neerslag dan er verdampt

Slide 20 - Quiz

Wat is de goede volgorde bij de Korte Kringloop van water?
A
Neerslag, zeewater verdampt, waterdamp stijgt
B
Waterdamp stijgt, neerslag, zeewater verdampt
C
zeewater verdampt, waterdamp stijgt, neerslag
D
waterdamp stijgt, wolken regenen uit op het land, water via rivieren terug naar zee

Slide 21 - Quiz

In de middenloop vd yangtse heeft veel ontbossing plaatsgevonden. Wat zijn nadelen?
A
modderstromen
B
Water stroomt direct helling af
C
veel modder komt in de rivier
D
zand komt uiteindelijk in e benedenloop terecht

Slide 22 - Quiz

De gele rivier en sommige gebieden in China hebben nauwelijks water meer dit komt door
A
vooral landbouw (irrigatie)
B
bevolkingsgroei, groei van steden
C
hoge verdamping (oa door stuwdammen)
D
industrie

Slide 23 - Quiz