Quiz H5 politiek
1 / 11
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wie zitten er in de regering?
A
ministers en koning
B
ministers en staatssecretarissen
C
eerste en tweede kamer
Slide 2 - Quiz
Wie schrijft de troonrede?
A
ministers
B
koning
Slide 3 - Quiz
De kabinetsformatie verloopt volgens stappen. Wat gebeurt er tijdens de stap 'formatie'?
A
partijen onderhandelen over een regeerakkoord
B
ministers en staatssecretarissen worden verdeeld
C
partijen kijken wie er genoeg zetels hebben om een kabinet te vormen
Slide 4 - Quiz
Wie bepaalt wie de informateur wordt voor de kabinetsformatie?
A
de Koning
B
de ministers
C
de Tweede Kamer
Slide 5 - Quiz
Hoe noem je een land waarbij het staatshoofd door het volk wordt gekozen?
A
een republiek
B
een monarchie
C
een constitutionele monarchie
Slide 6 - Quiz
Wat gebeurt er tijdens de algemene beschouwingen?
A
Tweede Kamer debatteert over de rijksbegroting
B
Ministers presenteren de Rijksbegroting
C
De koning leest de troonrede voor
Slide 7 - Quiz
Wat zijn twee taken van het kabinet?
A
Wetten maken en controleren of de Tweede Kamer ze goed uitvoert
B
Wetten maken en wetten uitvoeren
C
Wetten uitvoeren en stemmen over wetten
Slide 8 - Quiz
De koning heeft verschillende taken. Wat is een taak die hoort bij de symbolische functie van de koning?
A
Nederland vertegenwoordigen in het buitenland
B
De troonrede voorlezen met Prinsjesdag
C
Zijn handtekening onder een wet zetten
Slide 9 - Quiz
Bij wat voor functie past deze taak van de koning?
'Op Prinsjesdag leest hij de troonrede voor'
'Op Prinsjesdag leest hij de troonrede voor'
A
ceremoniële functie
B
symbolische functie
C
representatieve functie
Slide 10 - Quiz
Wie zitten er in het kabinet?
A
ministers en de koning
B
ministers en staatssecretarissen
C
Eerste en Tweede Kamer
