1. Bedenk wat voor email je gaat schrijven: informeel
2. Wat is het onderwerp, aan wie schrijf je?
3. Wat wil je van diegene en waarom?
4. Schrijf de email
5. Beoordeel je email en verbeter als dat nodig is.
Slide 2 - Slide
Wat zit er in een mail?
Aanhef: Is in dit geval de titel van je verhaal
Middendeel: Het verhaaltje (woorden dobbelsteen zitten erin)
Afsluiting: Groetjes Klaas Visser klas 2kg
Slide 3 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Zelf een e-mail schrijven aan je docent. Dat wordt een verhaal met een titel.
d.vandenberghe@andreascollege.nl
Elkaars e-mail controleren bij je buurman of vrouw
Geen chromebook? Dan ga je het gewoon schrijven op een papiertje.
Slide 4 - Slide
10 minuten
Mijn feedback lezen. Kijk in Outlook.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat wat altijd op?
Geen witregels, geen hoofdletters, geen onderwerp
Het onderwerp daar schrijf je de woorden van de 5 dobbelstenen.
Slide 7 - Slide
Bijvoorbeeld
Hoi Senna,
Witregel
Hoe gaat het met jou? Ik vroeg mij af hoe jouw herfstvakantie was. Mijn vakantie was heel leuk. Ik ben naar de Efteling geweest en ik ben op bezoek geweest bij mijn opa en oma. Ik heb zin om jou weer te zien. Tot maandag!
Witregel
Groetjes,
Witregel
Sanne
Slide 8 - Slide
Bijvoorbeeld
.........,
Witregel
........
......
......
Witregel
.......,
Witregel
.........
Slide 9 - Slide
Bedenk een pakkende titel
Sluit af met je voor en achternaam en klas.
Bijvoorbeeld
Slide 10 - Slide
Reminder: Let op!
Let op:
Hoofdletters, punten, komma's
Witregels
Titel
Afsluiting met je naam.
Slide 11 - Slide
Opdracht
Schrijf e-mail van minimaal vijftien zinnen (200 woorden). Het mag een gezellige e-mail zijn of een kort verhaaltje. Het hoeft niet formeel te zijn. Schrijf geen ongepaste dingen.
Oefenmail.
Klaar maak spelling blz: 26 t/m 30
Lezen
Slide 12 - Slide
Schrijf e-mail van minimaal vijftien zinnen (200 woorden). Het mag een gezellige verhaal zijn of een spannend verhaaltje. Schrijf geen ongepaste dingen.