Beschouwing les 1

Beschouwing les 1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Beschouwing les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het eind van de les weet je wat een beschouwing is
  • Aan het eind van de les ken je drie soorten beschouwingen: voor-en-tegen structuur, verleden-heden-toekomst structuur en probleemstructuur
  • Aan het eind van de les kunnen je een bouwplan maken voor een beschouwing

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over
een beschouwing?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een beschouwing?
  • Een beschouwing is een objectieve analyse van een actueel onderwerp, waarin de schrijver geen of bijna geen standpunt inneemt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soorten beschouwingen
  • Voor-en-tegen structuur: voordelen en nadelen van een onderwerp presenteren

  • Verleden-heden-toekomst structuur: ontwikkeling van een onderwerp door de tijd heen bespreken

  • Probleemstructuur: een probleem presenteren en analyseren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bouwplan voor een beschouwing

Bouwplan: plan dat de structuur van een beschouwing weergeeft en helpt bij de organisatie van de tekst
Voorbeeld bouwplan

Alinea 1: Inleiding
Alinea 2: Beschrijving van het probleem
Alinea 3: Oorzaken
Alinea 4: Gevolgen
Alinea 5: Mogelijke oplossingen
Alinea 6: Samenvatting

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld uitgewerkt bouwplan
Tekstsoort: beschouwing

Onderwerp: vandalisme

Bij een beschouwing is het belangrijk dat je de goede en slechte kanten
van het onderwerp goed belicht. Denk er goed aan dat je eigen mening
niet te nadrukkelijk aanwezig is.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Alinea 1
Inleiding: Introductie
  • Onderwerp, hoofdgedachte, stelling of probleem
  • Vaak aan de hand van een actueel voorbeeld.

De inleiding is bedoeld om lezers te trekken. Als ze de inleiding hebben gelezen moeten ze nieuwsgierig zijn naar de rest van het artikel. Je kunt bijvoorbeeld een actuele gebeurtenis combineren met het onderwerp van je beschouwing.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Alinea 2
  • Beschrijving

  • (bv) Wat is vandalisme en waar komt het voor?

Hier beschrijf je duidelijk waar je beschouwing over gaat. Het moet niet zo zijn dat de lezer pas aan het einde van je beschouwing door heeft waar het over gaat. Wees daarom duidelijk over je onderwerp.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Alinea 3

  • Oorzaken

  • Hoe komt het dat mensen zich vandalistisch gaan gedragen?

  • Noem hier de belangrijkste oorzaken. Deze oorzaken kun je later weer betrekken bij de mogelijk oplossingen die je geeft voor een bepaald probleem.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Alinea 4

  • Gevolgen

  • Wat zijn de gevolgen van vandalisme?

  • Geef de gevolgen van je onderwerp hier duidelijk weer en betrek ook deze gevolgen bij de oplossingen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Alinea 5


  • Oplossingen

  • Wat zijn de oplossingen voor vandalisme?

  • Bij de oplossingen kun je aangeven hoe er op een het onderwerp gereageerd kan worden, waardoor het minder negatief of juist nog positiever wordt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting les
  • Beschouwing: een objectieve analyse van een actueel onderwerp zonder inname van een standpunt
  • Voor-en-tegen structuur: een type beschouwing waarbij de voordelen en nadelen van een onderwerp worden gepresenteerd
  • Verleden-heden-toekomst structuur: een type beschouwing waarbij de ontwikkeling van een onderwerp door de tijd heen wordt besproken
  • Probleemstructuur: een type beschouwing waarbij een probleem wordt gepresenteerd en geanalyseerd
  • Bouwplan: een plan dat de structuur van een beschouwing weergeeft en helpt bij de organisatie van de tekst

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
Pak je handboek
Zoek in je handboek welke vragen je vooraf kunt stellen bij onderstaande drie tekststructuren:

1. Voor- en nadelenstructuur
2. Verleden-heden-toekomststructuur
3. Probleem-oplossingsstructuur (verschijnsel - verklaringsstructuur)

Schrijf de vragen op je uitgedeelde print. 
Noteer je naam en de datum
We bespreken de opdracht in de les.
Lever je opdracht in 

 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.