Congruentie 2

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

congruentie

(zelfstandig) naamwoord en bijvoeglijk naamwoord/voornaamwoord

hebben dezelfde

-naamval

-getal

-geslacht

let op:

Se  komt ook voor in een (relatieve) bijzin binnen een ACI als lijdend vw: 

dixit ..... esse, qui se indicem manibus suis discerpturi essent.

(Livius AUC (XXXIX 13 122)

let op:

sibi (aan/voor) zich (zelf) komt ook voor in ACI, als het betrekking heeft op het onderwerp van de hoofdzin: 
puella dicit eum sibi panem dedisse.

Bono animo esse iubere eam consul, et sibi curae fore dicere ut Romae tuto habitaret.  (Livius AUC XXXIX 13 125)

congrueert huic patre

1. ja
2. nee

congrueert quibus equis

1. ja
2. nee

congrueert hae puella

1. ja
2. nee

congrueert cuius puellae

1. ja
2. nee

congrueert quod nomen

1. ja
2. nee

congrueert cui patri

1. ja
2. nee

congrueert quem puerum

1. ja
2. nee