Mavo klas 3 BS4 Herhalen en instructie BS 5

 BS 5 Aanpassingen bij dieren
Leerdoel:

Aan het einde van de les weet je op welke manieren waterdieren, landzoogdieren en vogels zich aangepast hebben aan hun leefomgeving (milieu).


1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 BS 5 Aanpassingen bij dieren
Leerdoel:

Aan het einde van de les weet je op welke manieren waterdieren, landzoogdieren en vogels zich aangepast hebben aan hun leefomgeving (milieu).


Slide 1 - Slide

Wat is ecologie?
A
Het deel van biologie dat de opbouw van organismen onderzoekt.
B
Het deel van biologie dat gaat over voortplanting.
C
Het deel van de biologie dat relaties tussen organismen en hun milieu onderzoekt.

Slide 2 - Quiz

Wat zijn a-biotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 3 - Quiz

Welk niveau van ecologie is dit?
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 4 - Quiz

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 5 - Drag question

Organismen behoren tot dezelfde soort als....
A
zij kinderen kunnen krijgen
B
zij vruchtbare kinderen kunnen krijgen
C
zij op elkaar lijken

Slide 6 - Quiz

Een populatie is een..?
A
Verzamelnaam voor alle dieren in een bepaald gebied
B
Verzameling van individuen van één soort in een bepaald gebied
C
Verzamelnaam voor alle dieren en planten in een bepaald gebied
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen
C
individu, levensgemeenschap, populatie, ecosystemen
D
Individu, populatie, ecosystemen, levensgemeenschap

Slide 8 - Quiz

Hiernaast zie je een optimumkromme van een aardappelplant.
Bij welke temperatuur kan de aardappelplant het beste groeien?
A
5 graden Celsius
B
22 graden Celsius
C
30 graden Celsius
D
38 graden Celsius

Slide 9 - Quiz

Wanneer is er sprake van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatie altijd even veel individuen blijft hebben
B
Als de populatie roofdieren even veel individuen heeft als de populatie prooidieren
C
Als de populatiegrootte schommelt rondom een gemiddeld aantal individuen
D
Als een populatie weinig last heeft van ongunstige factoren in een ecosysteem.

Slide 10 - Quiz

 BS 5 Aanpassingen bij dieren
Leerdoel:

Aan het einde van de les weet je op welke manieren waterdieren, vissen, landzoogdieren en vogels zich aangepast hebben aan hun leefomgeving (milieu).


Slide 11 - Slide

Aanpassingen

Dieren (maar ook planten) hebben allerlei aanpassingen aan hun omgeving om de kans op overleven de vergroten.


Bv. door de manier van ademhalen, beweging, voeding, verdediging en voortplanting.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

 Waterdieren
Vissen en andere waterdieren hebben aanpassingen ondergaan om beter te kunnen overleven: 

- gestroomlijnde lichaamsvorm-> sneller door water
- schutkleuren
- huid (bv. vissen hebben schubben met slijm)

Slide 14 - Slide

Aanpassingen bij landzoogdieren
- Poten van landzoogdieren:
Zoolgangers: zachte grond
Hoefgangers en teengangers:
harde ondergrond-> snel
 
Andere aanpassingen om hun
temp. gelijk te houden:
- vacht
- oren


Slide 15 - Slide

Aanpassingen bij vogels:
Vogels kunnen vliegen en moeten in de lucht kunnen blijven. 

Aanpassingen zijn:
  • Holle botten
  • Veren
  • Poten
  • Snavel


Slide 16 - Slide

Aanpassingen bij vogels: Snavels

Slide 17 - Slide

Aan het werk: 
Lezen BS 5 

en maken opdrachten: 1, 2, 3, 5, 6, 7

Slide 18 - Slide