NB week 45 2022

Nieuwsbegrip    
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nieuwsbegrip    

Slide 1 - Slide

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Slide

Nieuwsbegrip    Je leert nieuwe woorden.
Heb je goed opgelet?????

Slide 3 - Slide

Herhaling van de vorige les.
Nieuwsbegrip    

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Een tijd geleden is hetzelfde als:
A
nu
B
morgen
C
vroeger
D
volgende week

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

beschadigen is niet:
A
kapot maken
B
vernielen
C
stuk maken
D
repareren

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

In de wet staat:
A
wat niet mag
B
wat wel mag
C
wat wel en niet mag
D
wat je moet doen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is een regel?
A
Je moet om 8 uur in de klas zijn.
B
Je moet een jas aan.
C
Je mag koffie drinken.
D
Je moet naar de wc.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Wat is een voorbeeld van een actie?
A
wedstrijd
B
demonstratie
C
gevecht
D
reis

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Welke zin is goed?
A
Ik heb allerlei blauwe pennen.
B
Ik ga allerlei naar school.
C
In mijn etui zitten allerlei pennen.
D
Er wonen allerlei dieren in de dierentuin.

Slide 16 - Quiz

Wat is lijm?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Doel:
Ik kan de tekst lezen.
Ik begrijp de tekst.
Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.
Ik kan de tekst na vertellen.

Dus ga nu aan de slag met de vragen.
Nieuwsbegrip

Slide 18 - Slide

Waar gaat de tekst van deze week over?
Nieuwsbegrip    

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is een ander woord voor start?
A
einde
B
finish
C
begin
D
één

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat is jouw lievelings beleg?

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Hoe zorg jij ervoor dat jij veel energie hebt?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Dagelijks is:
A
in de ochtend
B
op de dag
C
overdag
D
iedere dag

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Wat is niet nationaal?
A
internationaal
B
lokaal
C
garnaal
D
kabaal

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

deelnemen
Wat is de goede zin?
A
Ik neem deel aan een vergadering.
B
Ik neem deel aan school.
C
Ik neem deel aan eten.
D
Ik neem deel aan sport.

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Wat is waar?
A
De regering is de baas van Nederland.
B
De regering maakt de wetten.
C
De regering wordt gekozen.
D
De koning maakt wetten.

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link

Slide 42 - Slide

Wat krijgen de kinderen op school?

Slide 43 - Open question

Waar krijgen ze les over?

Slide 44 - Open question

Slide 45 - Slide

Doen alle scholen mee?
A
ja
B
nee

Slide 46 - Quiz

Wat zit er in het pakket?

Slide 47 - Open question

Het schoolontbijt is voor kinderen op de basisschool. Zou jij dit ook goed vinden voor ons?

Slide 48 - Open question

De opdrachten bespreken.
Heb je het begrepen?
Had je de vragen goed?
Heb je de doelen behaald?
Nieuwsbegrip    
Ga aan de slag met de opdrachten.

Slide 49 - Slide