herhaling thema 4 (les 1 t/m 3)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhaling van les 1 t/m 3

Thema 4

Ola's zoektocht

Wat gaan we vandaag doen?

afgelopen lessen bezig geweest met ... SAGA ho.4. 

Maar dit is al wel heel lang geleden.... Dus vandaag een opfriscursus!

Hoe heet de hoofdrolspeelster van het verhaal?

1. Ola
2. Karolina
3. Croma
4. Lumi

Ola lid worden van een geheim genootschap. Hoe heet dit genootschap?

1. Illuminatie
2. Luminati
3. Illaminatie
4. Luminata

Waarom wil Ola lid worden van dit clubje?

1. Niet omdat het moet, maar omdat het kan
2. Ze moet van haar moeder
3. Ze wil weten hoe haar vader is overleden
4. Geen van allen

Om lid te mogen worden krijgt Ola een missie. Welke?

1. Ze moet de drie belangrijkste bronnen over Karel de Grote vinden
2. Ze moet een bron vinden die zijn persoon het beste laat zien
3. Ze moet een bepaalde bron vinden op basis van aanwijzingen
4. Ze moet een bron kiezen die symbool staat voor de macht van Karel de Grote .

Ola gaat naar Parijs. Welke bronnen vind ze daar NIET?

1. zwaard van Karel de Grote
2. tekening over Karel de Grote
3. troon van Karel de Grote
4. kroon van Paus Leo X

In de derde les wordt Ola door de Luminati naar de hoofdstad van Karel's rijk gestuurd. Waar gaat ze heen?

1. Aken
2. Parijs
3. Rome
4. Nijmegen

In Aken doet ze een bijzondere vondst. Waarom is het bijzonder?

1. Het verteld over de kroning van Karel de Grote
2. Het verteld over de manier waarop Karel zijn land bestuurde
3. Het verteld over de manier waarom Karel zijn vrouwen trouwde
4. Het verteld over de manier waarop Karel om ging met de Paus

Deel 2

• Het onderzoek van Ola gaat over de macht van Karel de Grote. En dat is waar wij de afgelopen lessen ook mee bezig zijn geweest. 
• Maar wat hadden we daar ook alweer over geleerd?

• Opdracht (deel 1)

• Iedereen heeft een nummer. 
• De mensen met nummer 1 lezen leertekst 1, de nummers 2 lezen leertekst 2 en de nummers 3 lezen leertekst 3.
• Haal uit de leertekst de vijf belangrijkste dingen. 
• Teken deze. 
• Je mag maximaal 10 woorden gebruiken. 
• Je hebt 20 min. de tijd. 

Opdracht (deel 2)

• Maak nu een 3-mans-groepje met de andere nummers. (van ieder nummer moet er 1 iemand in het groepje zitten)
• Leg elkaar uit wat je getekend hebt. 
• Bepaal samen waar de 3 paragrafen over gingen. Vat de leerteksten samen in 1 zin! (dus 3x1 zin)
• Zet deze drie zinnen straks in de presentatie. 
• Je hebt 15 min. de tijd. 

De 3 leerteksten gaan over...