17/3 Vervoer A1

Welkom!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Planning 
  • woorden van donderdag
  • stillezen
  • thema: vervoer, woorden herhalen
  • opdrachten maken
  • werken uit werkboeken



Slide 2 - Slide

woorden van donderdag
  • rechtop
  • gefeliciteerd-> feest
  • gecondoleerd->begrafenis
  • toonbank
  • kozijnen



Slide 3 - Slide

stillezen 
  • moeilijke woorden opschrijven 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

soorten vervoer

Slide 12 - Slide

bus

Slide 13 - Slide

vliegtuig

Slide 14 - Slide

boot

Slide 15 - Slide

tram

Slide 16 - Slide

taxi

Slide 17 - Slide

werkwoord reizen
ik reis
jij reist/reis jij?
hij reist, zij reist
wij reizen/jullie reizen/zij reizen.

Maak zelf zinnen: Gebruik de woorden trein, bus, boot, vliegtuig, taxi.
Voorbeeld: Zij reist met de bus naar de stad.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video