les 3 Conflicten

conflicten

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DramaMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

conflicten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een conflict

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

conflicten

Doel: je leert conflicten in de verschillende dramatische instrumenten te onderscheiden en kunt dat vorm geven. 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

lesopbouw:
  • Accepteren
  • Conflict in de ruimte
  • Uitleg dramatisch instrument

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

OVER-ACCEPTEREN

Slide 5 - Slide

De spelers worden opgedeeld in duo's. Speler A maakt een opmerking, bijvoorbeeld: 'Wat heb je een leuke trui aan.' Speler B accepteert dit spelaanbod (want dat is het) maar reageert er heel overdreven op. Hij gaat een lang verhaal vertellen over de trui: dat die door zijn blinde overgrootmoeder is gebreid tijdens de hongerwinter, en dat hij de trui ooit uit een brandend huis heeft gered omdat het zo'n dierbaar familiestuk was.. Maak een zo lang mogelijk verhaal. Daarna wisselt de beurt en maakt speler B een heel andere opmerking, bijvoorbeeld: 'Wat was het vandaag rotweer hè?'Afhankelijk van de lengte van het de verhalen van de spelers gaat dit een paar keer heen en weer. 

Speldoel: accepteren van spelaanbod; ontdekken hoeveel je met één simpel aanbod kunt doen.
conflict in de ruimte

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

dramatisch instrument

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wie: de personages
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wie zijn de personages? 
- Wie zijn ze van elkaar? Kennen ze elkaar? Zo ja, waarvan? 
- Wat zijn typische karaktertrekjes van de personages die je tot uiting kan laten komen in je spel en in het gesprek? 
- Hebben ze gebreken? specifieke kenmerken?



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat: de Situatie
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wat is het duidelijk aanwijsbare conflict (in het gesprek)?
(Aanwijsbaar betekent niet perse dat je het letterlijk moet benoemen in de dialoog)
- Hoe gaan jullie dat conflict opbouwen? Let op: een conflict is een probleem/uitdaging, het hoeft niet altijd een ruzie te zijn.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom: het Motief
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wat is de aanleiding/reden van het gesprek of de situatie?
- Wat speelt er tussen de personages? 
- Wat is er aan voorafgegaan? (Dat kan ook al een tijd geleden zijn...)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Waar: de Locatie
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Waar bevinden de personages zich?
- Kan de locatie als een toegevoegde waarde werken in het conflict?
- Geeft de locatie aanleiding tot een conflict?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wanneer: de Tijd
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wanneer speelt het zich af? 
- Op welk moment van de dag?
- Waarom zijn de personages precies op dat tijdstip bij elkaar?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

verhaalopbouw
Assepoester, de reus en Pinoccio
Kenmerken van de personages
Wat is het conflict



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Waarom Drama?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Waarom Drama?
  • Je beleeft plezier aan het spel, zelf spelen en samenspelen
  • Je leert je waarnemingsvermogen, bewegingsvrijheid, spreekvaardigheid, fantasie-, voorstellings- en expressievermogen vergroten
  • Je ontwikkelt sociale vaardigheden zoals, samenwerken, inlevingsvermogen, wederzijds respect, creativiteit en zelfvertrouwen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd? Opmerkingen? Tips?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions