Lezen 2 tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

12 januari

Lesopening: paragraaf lezen hoofdstuk 3 

Terugblik: tekstverband en signaalwoord

Instructie: Opdracht 3 bespreken

Begeleid inoefenen: Opdracht 4 t/m 6 doornemen

Zelfstandig werken: opdracht 

DOEL

- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden opsomming, tegenstelling in een tekst herkennen en begrijpen

Verbanden en signaalwoorden

Lees (en beluister) de tekst

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. mbo-opleidingen in Nederland
2. onwenselijke situatie
3. stage mbo
4. stage voor illegale jongeren

Wat is volgens alinea 1 het tegenovergestelde van illegaal?

Hoeveel problemen noemt alinea 2?

Wat is het doel van de tekst?

1. instrueren
2. informeren
3. adviseren

Ingewikkeld

of niet?

Verbanden in teksten

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

VOORBEELD OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

• ten eerste, ten tweede, ten slotte
• om te beginnen
• ook (nog)
• verder
• en
• dubbele punt (:)
• liggende streepje (-)
• getallen (1, 2, 3)

 VOORBEELD TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

• tegenover
• maar
• hoewel
• echter
• toch
• aan de ene kant ... aan de andere kant

Lees (en beluister) de tekst

Wat wordt opgesomd bij nummer 4?

Aan welke twee signaalwoorden herken je de opsomming bij nummer 4?

Hoe kun je bij nummer 5 zien dat er iets opgesomd wordt?

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat bij nummer 6?

Uit hoeveel delen bestaat de opsomming bij nummer 7?

Waarvan worden voorbeelden gegeven bij nummer 8?

Voor welk publiek is de tekst geschreven?

1. voor bedrijven die stagiaires zoeken
2. voor jongeren van het vmbo
3. voor ouders van jongeren

Zelfstandig werken

Maak de opdrachten van paragraaf lezen van hoofdstuk 3

GELEERD?

- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden opsomming, tegenstelling in een tekst herkennen en begrijpen

Verbanden en signaalwoorden

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.