Wk 12 Familie en ww

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

STARTOPDRACHT

Wie is wie?

- Noem 6 familieleden en wat ze van je zijn.

Vb. Mi abuelo es Piet

HOY

- bespreken opdracht

- herhaling ser, tener, llamarse

- de werkwoorden -ar / -er / -ir

Leerdoel: 

Ik kan mijn familie beschrijven.

Para empezar

Opdracht bespreken LA p. 54

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.

Weten we het nog?

Wat zijn de vervoegingen?

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.

SER

TENER

LLAMARSE

ser, tener of llamarse

1. Mi abuelo Paco ___________ ochenta años.

2. Mi padre __________ Juan.

3. Juan __________ el hijo de Paco.

4. Mi madre __________ cuarenta años.

5. Ella __________ Ana.

6. Yo __________ 3 hermanos.

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.

Haz los ejercicios

Maak de oefeningen van ser, tener, llamarse

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.

LOS VERBOS

Weet je nog?

¿Cómo terminan los verbos de -AR?

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.

Oh nee, nog 2 vormen!

In het Spaans zijn er maar 3 uitgangen voor werkwoorden

-AR , -ER  en  -IR

Dit betekent dat je 3 verschillende uitgangen moet leren en dan elk regelmatig werkwoord kan vervoegen.

JEEY!

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.

DUS ???

Er zijn in het Spaans drie vormen van werkwoorden.

Andere mogelijkheden zijn er niet!

Fíjate: er zijn ook wederkerende werkwoorden, zoals llamarse. 

Deze eindigt eigenlijk ook op -ar. 

se komt er alleen bij, omdat het wederkerend is

A practicar

Haz los otros ejercicios en la hoja

Después los corregimos juntos

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.

LOS DEBERES

LA p. 50                     ej 2

LE p.32                ej. 3.13

p.33/34      ej. 3.16 - 3.17

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.

Vocabulario

A practicar con el vocabulario de 'la familia'

https://create.kahoot.it/details/ef75d6dc-9730-4947-888e-86e4c42a85d2

Leerdoel: Ik kan mijn familie beschrijven.