3.Theaterbegrippen

Les 3 Theaterbegrippen + spanning






Theaterles Stad & Esch
1 / 9
next
Slide 1: Slide
TheaterMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 9 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 3 Theaterbegrippen + spanning






Theaterles Stad & Esch

Slide 1 - Slide

Leerdoel & planning
Lesduur: 2 lesuren
Leerdoel: je maakt kennis met het diverse theaterbegrippen

Planning:
  1. Theatersport
  2. Opdracht spanning (3KDR) of theaterbegrippen (4KDR)

Slide 2 - Slide

Theatersport: inspringspel
Kring
  • In het midden start een scène.
  • Iemand klapt, de acteurs bevriezen.
  • Je neemt een persoon over
  • Start een nieuwe scène!

Slide 3 - Slide

Theatersport: draaideur
Vier spelers in een vierkant.
De voorste twee spelen een scène.
De spelers draaien.
We kiezen een: 
  • locatie
  • relatie
  • gekke hobby
  • openingszin.




Variant: soap met groot spel, overdreven emoties en cliffhanger

Slide 4 - Slide

Spanning in een brief
Spelsituatie:
  • Twee spelers: broer/zus of ouder/kind of stel.
  • Ze staan gezellig af te wassen. Dan herinnert een van de twee dat er een brief is gekomen voor de ander. De brief wordt gegeven.
  • De ander lees de brief, stopt hem weg en wil niet vertellen wat er in stond.
  • De ander wordt nieuwsgierig en wil weten wat er in de brief staat.

                  Iedereen speelt, met verschillende brieven. Het publiek bekijkt de spanning.

Extra: beschuldig de ander ergens van (omkering)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Evaluatie
We bespreken:

  • Tussentijdse feedback
  • Wat moet je de volgende keer doen?

Slide 9 - Slide