What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
spelling werkwoorden 20 mei
Pak je laptop, werkboek en je etui.
Blok 6, week 1, les 3
Doelen van de les:
1. Ik leer wat een persoonlijk voornaamwoord is.
2. Ik oefen met werkwoorden in de tegenwoordige, verleden en voltooide tijd.
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Pak je laptop, werkboek en je etui.
Blok 6, week 1, les 3
Doelen van de les:
1. Ik leer wat een persoonlijk voornaamwoord is.
2. Ik oefen met werkwoorden in de tegenwoordige, verleden en voltooide tijd.
Slide 1 - Slide
Wat denk jij dat een persoonlijk voornaamwoord is?
Slide 2 - Mind map
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een persoon of ding, zonder de naam te noemen.
Bijvoorbeeld: Ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij, het
Ook: me, je, hem, haar, ons, hen, ze.
Slide 3 - Slide
Vervang met een persoonlijk voornaamwoord:
Lotte en ik maken een tekening.
A
Wij maken een tekening.
B
Zij maken een tekening.
C
Jullie maken een tekening.
D
Hun maken een tekening.
Slide 4 - Quiz
Vervang met een persoonlijk voornaamwoord:
Kevin loopt buiten een rondje.
A
Wij loopt buiten een rondje.
B
Hem loopt buiten een rondje.
C
Hij loopt buiten een rondje.
D
Het loopt buiten een rondje.
Slide 5 - Quiz
Leg kort uit wat een persoonlijk voornaamwoord is.
Voorbeelden geven mag.
Slide 6 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Slide 7 - Slide
Tegenwoordige tijd:
Mijn broer _____ in de tuin. (werken)
Slide 8 - Open question
Verleden tijd:
De agent _____ op de deur. (kloppen)
Slide 9 - Open question
Wij hebben gisteren ver naar school _____. (fietsen)
Slide 10 - Open question
Gisteren _____ oma bloemen in de tuin. (planten)
Slide 11 - Open question
Vorige week ____ mijn vriendinnen mij. (bellen)
Slide 12 - Open question
Het vliegtuig ____ gisteren veilig op de landingsbaan. (landen)
Slide 13 - Open question
Ik heb aan de bloem ____. (ruiken)
Slide 14 - Open question
Verleden tijd:
De gids ____ ons door het museum. (leiden)
Slide 15 - Open question
We hebben een oud boek ____ op zolder. (ontdekken)
Slide 16 - Open question
Verleden tijd:
De leerlingen _____ met de juf over het project. (overleggen)
Slide 17 - Open question
Verleden tijd:
De kat _____ snel het lawaai. (ontvluchten)
Slide 18 - Open question
Hij is op het natte gras _____ (uitglijden).
Slide 19 - Open question
Verleden tijd:
Zij _____ haar sleutels onderweg. (verliezen)
Slide 20 - Open question
De meester heeft diep _____ toen het weer misging. (zuchten)
Slide 21 - Open question
Verleden tijd:
De wond ____ langzaam. (genezen)
Slide 22 - Open question
Maak nu blok 6, week 1, les 3
Werk zelfstandig en in stilte.
Klaar?
- Heb je ook nagekeken?
- Afmaken les van gisteren.
- Spelling op de computer.
Slide 23 - Slide
More lessons like this
spelling werkwoorden 2 juni
24 hours ago
- Lesson with
11 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
Les 37 en 38
April 2021
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Les 37 en 38
April 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Taal/spelling week 4 les 1 - maandag
August 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6-8
Herhalingsles grammatica en spelling
March 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
B4 SP: mv + ww
May 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3