HS 1.4 warmte en soortelijke warmte

Leerdoelen
  • Je weet na afloop van deze les wat bedoelt wordt in de natuurkunde met warmte en soortelijke warmte. 
  • Je kunt rekenen met de formule voor soortelijke warmte.
  • Je kunt rekenen met de formule voor vermogen.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen
  • Je weet na afloop van deze les wat bedoelt wordt in de natuurkunde met warmte en soortelijke warmte. 
  • Je kunt rekenen met de formule voor soortelijke warmte.
  • Je kunt rekenen met de formule voor vermogen.

Slide 1 - Slide

Warmte

Warmte is energie die van een hoge naar een lage temperatuur stroomt.

De hoeveelheid energie (warmte) die je nodig hebt om een stof te verwarmen is afhankelijk van drie factoren:

  1. De temperatuursverandering
  2. De hoeveelheid stof
  3. De soort stof (soortelijke warmte)


Slide 2 - Slide

3. Soortelijke warmte

Soortelijke warmte: de warmte die nodig is om 1 gram stof 1 graad warmer te maken.


Bij water heb je heel veel (soortelijke) warmte nodig om temperatuur te laten stijgen

Slide 3 - Slide

Rekenen met (soortelijke) warmte

Formule :Q = c x m x ΔT
Q = warmte in Joule (J)
c = soortelijke warmte (J/g.oC)
m = massa in gram (g)
ΔT= temperatuurstijging: = Teind - Tbegin (oC)

Slide 4 - Slide

C = SOORTELIJKE WARMTE

Slide 5 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig om 20 g water te laten koken wat een begintemperatuur heeft van 23 graden Celsius en een soortelijke warmte van 4,2 J/(g.oC)
Tekst

Slide 6 - Open question

Een waterkoker heeft een vermogen van 1,5 kW. Bereken hoeveel warmte deze afgeeft als hij 2,0 minuten aanstaat.

Slide 7 - Open question

Q_opwarmen = Q_afkoelen

Slide 8 - Slide

Huiswerk
Leren en maken H 1.4

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video