6.5.1 Aanpassingen bij dieren
1 / 21
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Biologische evenwicht
Optimumkromme
Slide 4 - Drag question
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
Slide 5 - Quiz
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
Slide 6 - Quiz
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
Slide 7 - Quiz
Maak de voedselketen!
Slide 8 - Drag question
Koppel de juiste uitleg aan de begrippen.
toestand waarin de grootte van elke populatie in een ecosysteem schommelt om een bepaalde waarde
alle biotische en abiotische factoren hebben de gunstigste waarden waardoor de groei- en voortplantingskansen het grootst zijn
een lijn in een diagram waarmee een minimum, optimum en maximum worden weergegeven
optimale omstandigheden
biologisch evenwicht
optimumkromme
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Zoolganger
Hoefganger
Teenganger
Slide 19 - Drag question
Een vos uit de woestijn ziet er heel anders uit dan een vos in een poolklimaat. Wat zijn kenmerken van een woestijnvos? Denk hierbij aan de effecten van de zon op het dier en schutkleuren.
A
Kleine oren en een witte vacht
B
Kleine oren en een bruine vacht
C
Grote oren en een bruine vacht
D
Grote oren en een witte vacht
Slide 20 - Quiz
De buik van deze waterdieren is wit.
Hoe zorgt dat voor een schutkleur?
A
wit lijkt wel zonlicht
B
wit verblind roofdieren zoals de haai
C
wit is de kleur van water
D
wit schijnt blauw op in het water
