Leerstoornissen & Leerproblemen

Leerproblemen & leerstoornissen
l
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerproblemen & leerstoornissen
l

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les;
  • Weet je wat het verschil is tussen een leerprobleem en leerstoornis;
  • Heb je kennis over dyslexie;
  • Heb je kennis over dyscalculie;
  • Heb je kennis over NLD.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een leerstoornis en een leerprobleem?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Het verschil
Leerprobleem: een kind kan op een bepaald gebied moeilijk meekomen op school. (tijdelijk en oorzaak buiten zichzelf)

Leerstoornis: ernstigere leerproblemen waarvan de oorzaak ook binnen het kind gezocht kan worden (zoals dyslexie en dyscalculie) 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een leerprobleem zoekt de oorzaak in het kind, een leerstoornis zoekt de oorzaak buiten het kind
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een leerprobleem is tijdelijk en een leerstoornis is blijvend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Motorische problemen
Cognitieve problemen 
Concentratie- en gedragsstoornissen
Onleesbaar schrijven en evenwichtsproblemen
Leerproblemen of een verstandelijke beperking
Druk of teruggetrokken gedrag

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Dyslexie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is dyslexie?

Slide 9 - Slide

Schooltv. (z.d.). Dyslexie [Illustratie]. Schooltv.nl. https://images.poms.omroep.nl/image/1230340.jpg 
Kenmerken:

  • Traag lezen
  • Radend lezen (woorden vervangen, weglaten, verkeerd lezen)
  • Moeite met bepaalde klanken, zoals het onderscheid tussen uu-ui-eu
  • Veel spelfouten
  • Moeite met het automatiseren van ei-ij, i-ie, -ch-g onderscheid
  • -b-d omkeren in lezen en schrijven.
 "Bij dyslexie speelt ook erfelijkheid een rol, als een van de ouders dyslexie
heeft, heeft het kind 40 tot 50% kans op dyslexie"

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is de definitie van dyslexie? (uit het woordenboek)
A
Stoornis waarbij je moeite hebt met lezen en schrijven
B
Stoornis waarbij je moeite hebt met lezen, schrijven en spellen
C
Aandoening waarbij je niet goed kan lezen
D
Aandoening waarbij je niet goed kan voorlezen, schrijven en spellen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Meer jongens dan meisjes hebben dyslexie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Dyscalculie 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is dyscalculie?
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen berekenen’. Deze problemen worden niet veroorzaakt door een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs. 
Oorzak is niet bekend.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Dyscalculie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Iemand met dyscalculie heeft moeite met het automatiseren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Juist.
NLD
Non-verbal learning disabilitie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

NLD
  • NLD: Non-verbal Learning Disabilitie.
  • Kinderen met NLD  hebben moeite met het verwerken van non- verbale informatie;
  • Verbaal komen ze wel vaardig over, ze kunnen goed praten en leren snel lezen; 
  • NLD is een leerstoornis die vaak moeilijk te herkennen is.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Oorzaak 
  • onevenwichtige groei van de verschillende hersendelen
  •  zuurstof tekort
  • voedingsstoornissen
  • stofwisselingsstoornissen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vastgesteld 
  • neuropsychologisch onderzoek 
  • 9 jaar of ouder 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk NLD
A
Opstandig
B
Vaak driftig
C
Sociaal onhandig
D
Verzetten tegen regels

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Begeleiding
  • verbaal ondersteunen, want alleen visualiseren zorgt voor grote aandachtsproblemen
  •  opdrachten 
  • motorisch (veters strikken, fietsen, eten met bestek is moeilijk)
  • constructie spellen 
  • positief benaderen/complimenten geven

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Kinderen met NLD kunnen soms lomp en ongevoelig overkomen. Hoe komt dat?
A
Ze reageren met name op non-verbale signalen en krijgen daardoor vaak ruzie.
B
Ze accepteren het niet als iemand niet met ze wil spelen.
C
Ze nemen de informatie letterlijk, non-verbale signalen zien ze niet.
D
Ze spreken slecht en maken daardoor op een vreemde manier contact.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Leerstoornis
Gedragsstoornis
Dyslexie
ADHD
PDD-NOS
Dyscalculie

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Do's
Dyslexie
Dyscalculie
Faalangst
Slechthorende leerling
Stotterende
leerling
Leerling op de juiste plaats in het lokaal positioneren
Zorg voor succeservaringen
Leerling geen speciale aandacht geven
Bied één oplossingsstrategie aan
Plaatsjes bij teksten laten staan

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Do nots
Dyslexie
Dyscalculie
Faalangst
Slechthorende leerling
Stotterende
leerling
Zinnen/woorden in de mond leggen
Veel info laten overschrijven vanuit het boek
Spreken met je gezicht naar het bord
Niet erkennen van problemen
Een onverwachte spellingtoets geven

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

NLD

dyslexie
dyscalculie
schrijf
problemen
moeite met snel lezen
moeite met herkennen van letters
verklankingsproblemen
moeite met verbanden leggen
zijn verbaal zeer sterk
maakt veel fouten bij meerdere stappen
omkeren van getallen
blijft lang op vingers tellen
groot schrijven
te snel of te langzaam schrijven
slordig schrijven
moeite met begrijpen van informatie die ze visueel waarnemen 
probeert lezen te vermijden
prikkelgevoelig
schrijfkramp

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Eindvraag:
Stel er zit een kind met NLD in jouw klas en er wordt op school een sportdag georganiseerd. Welke praktische oplossingen kun jij bedenken waardoor het betreffende kind zo goed mogelijk aan de sportdag mee kan doen?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions