Wiederholung

Hessen --> 

lich Willkommen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hessen --> 

lich Willkommen

Slide 1 - Slide

Das Programm für Heute

- Herhaling der/die/das, Persoonlijk vnw en bezittelijk vnw
- Gezamelijk lezen oefenen 
- Zelfstandig lezen oefenen

Slide 2 - Slide

Deze periode staat in het teken van SCHREIBEN & SPRECHEN!

Slide 3 - Slide

Toetsen
Proefwerkweek - leestoets, telt 2 keer mee.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wie
Wat
Wanneer
Hoe
Waar
Waarvandaan
wer
wo
wie
was
wann
woher

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Video

Waar denk je dat de les over gaat?

Slide 9 - Mind map

Doelen

- Ik weet wat persoonlijke vnw zijn en de Duitse vertalingen hiervan.

- Ik weet wanneer een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.

Nieuw! - Ik weet wat bezittelijke vnw zijn 

-Ik weet de Duitse vertalingen van de bezittelijke vnw. 

- Ik kan gevraagde details uit een Duitse tekst halen.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wie stellt man sich vor auf Deutsch?
Je begint met een groet: 

Hallo / Guten Tag 


Slide 12 - Slide

Je vertelt hoe je heet
Hoe heet je? -- Wie heißt du?
ich bin ...
ich heiße ...
mein Name ist ...

Slide 13 - Slide

Je vertelt hoe oud je bent

Hoe oud ben jij? --> Wie alt bist du?
ich bin zwölf/dreizehn/vierzehn Jahre alt 

Slide 14 - Slide

Je vertelt waar je woont
Waar woon je? --> Wo wohnst du?
ich wohne in ...

Slide 15 - Slide

Je vertelt waar je vandaan komt
Waar kom je vandaan? --> Woher kommst du?
ich komme aus den Niederlanden
aus Syrien  

Slide 16 - Slide

Je vertelt wat je hobby's zijn
Hast du Hobbys? 
1 Hobby: Mein Hobby ist ....
Meerdere hobby's: Meine Hobbys  sind .... 

Slide 17 - Slide

Enkele voorbeelden
Voetbal= Fußball spielen              gamen= Computerspiele spielen
Volleybal= Volleyball spielen       tekenen= zeichnen
Korfbal= Korbball spielen             schilderen= malen 
Tennis= Tennis spielen                   gitaar spelen= Gitarre spielen
Paardrijden= reiten                          piano spelen= Klavier spielen
Lezen= lesen                                       uitgaan= Party machen
schrijven= schreiben   met vrienden afspreken= Freunde treffen


Slide 18 - Slide

Aufgabe

Kapitel 2 --> 2.6 Sprechen --> B 

Slide 19 - Slide