Een tekst is duidelijk geformuleerd als er geen misverstanden over de inhoud kunnen ontstaan. Door nauwkeurig en begrijpelijk te formuleren bereik je de lezer met je boodschap.
Slide 3 - Slide
Lesplanning en doel
Instructie Taalverzorging 4.1, 4.2 en 4.3
Opdrachten maken
Aan het eind van deze les weet je hoe je duidelijk kunt formuleren.
Slide 4 - Slide
Wat staat hier nou eigenlijk???
Alles overwegende, de voors en tegens tegen elkaar afstrepend, als ik alles nog eens op een rijtje zet, kan ik niets anders concluderen dan dat ik op een ander spoor zat dan jij en dat ik toe zal moeten geven dat dit niet in de juiste richting was.
Slide 5 - Slide
Taalverzorging 4.1 Formuleren
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Je publiek volgt je verhaal beter als je aangeeft wat het verband is tussen je alinea’s. Deze verbanden geef je aan met signaalwoorden.
Taalverzorging 4.2 Tekstverbanden
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Gebruik signaalzinnen
Signaalzinnen maken de structuur van je tekst nog duidelijker.
In een signaalzin vertel je bijvoorbeeld wat je gaat vertellen en in welke volgorde.
Voorbeeld: Eerst geef ik oorzaken van het fileprobleem en daarna de mogelijke oplossingen.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Je publiek volgt je verhaal beter als je aangeeft wat het verband is tussen je alinea’s. Deze verbanden geef je aan met signaalwoorden.
Taalverzorging 4.3 Verwijzen
Slide 18 - Slide
Je publiek volgt je verhaal beter als je aangeeft wat het verband is tussen je alinea’s. Deze verbanden geef je aan met signaalwoorden.
Taalverzorging 4.3 Verwijzen
Slide 19 - Slide
Je publiek volgt je verhaal beter als je aangeeft wat het verband is tussen je alinea’s. Deze verbanden geef je aan met signaalwoorden.
Taalverzorging 4.3 Verwijzen
Slide 20 - Slide
Je publiek volgt je verhaal beter als je aangeeft wat het verband is tussen je alinea’s. Deze verbanden geef je aan met signaalwoorden.