Herhaling regelmaat en grafiek

Herhaling

Dit is een herhalingsles over regelmaat en grafieken.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling

Dit is een herhalingsles over regelmaat en grafieken.

Slide 1 - Slide

Dit is een grafiek.
A. waar - B. niet waar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat betekent regelmaat?

Slide 3 - Open question

Wat is de regelmaat?

Slide 4 - Open question

Wat betekent 0/35?

Slide 5 - Slide

Wat is de regelmaat?

Slide 6 - Open question

Regelmatige afname

Slide 7 - Slide

Wat betekent regelmatige toename?

Slide 8 - Open question

Starttarief
David werkt als pizzabezorger. Per uur verdient hij €4,50.
Ook krijgt hij €2,50 onkosten- vergoeding voor zijn fiets.
De onkostenvergoeding noemen we het starttarief.

Slide 9 - Slide

Wat is de regelmaat?

Slide 10 - Open question

Welk getal moet er staan bij 240?

Slide 11 - Open question

Dit zijn de kosten voor een telefoon gesprek. Waarom moet je voor 0 minuten bellen €0,07 betalen?

Slide 12 - Open question

Verdeel de begrippen: 
Regelmatige toename
Regelmatige afname
Geen regelmaat

Slide 13 - Drag question

Grafiek
Formule
Tabel

Slide 14 - Drag question

Weet je nog?

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's

Slide 15 - Slide

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het begingetal is:
A. 2,50 - B 0,25 - C kosten in € - D. aantal foto's
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 16 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het stijggetal is:
A. 2,50 - B 0,25 - C kosten in € - D. aantal foto's
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 17 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
De variabelen:
A. 2,50 - B 0,25 - C kosten in € - D. aantal foto's
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 18 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Aantal foto's = 4

Slide 19 - Open question

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Aantal foto's = 7

Slide 20 - Open question

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Aantal foto's = 15

Slide 21 - Open question

Weet je nog?

huurprijs in € = 18 + 4t
t = tijd in dagen

Slide 22 - Slide

Huurprijs in € = 18 + 4t.
Het begingetal is:
A. 18 - B. 4 - C. huurprijs in € - D. t
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 23 - Quiz

Huurprijs in € = 18 + 4t.
De variabelen:
A. 18 - B. 4 - C. huurprijs in € - D. t
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 24 - Quiz

Einde van de les
Dit was het einde van de klassikale les.

Je maakt nu zelfstandig werkblad wiskunde.

Succes!

Slide 25 - Slide