Week 13 (48) klas 4 2022 (rentamen examenidioom en gatenvragen)

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Slide

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Je hebt nu de tijd om je nog voor te bereiden op het tentamen dat je het tweede uur gaat maken!

Slide 2 - Slide

die Prüfung: Examenidioom

Slide 3 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 4 - Slide

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Was machen wir heute?


  • Lesefertigkeit:  Gatenvragen

Slide 6 - Slide

Lernziele:
  • Je kunt uitleggen wat een gaten vraag is;
  • Je weet welke leesstrategieën je nodig hebt om een gatenvraag te beantwoorden 
  • Je bent in staat om signaalwoorden te herkennen en het verband aan te geven

Slide 7 - Slide

een gatenvraag...
... is een vraag waarbij je van  een woord  in de tekst is weggelaten 
... is een vraag waarbij je het weggelaten woord uit de context moet halen

Slide 8 - Slide

en bij een gatenvraag...
... is weggelaten woord is vaak een signaalwoord

... gaat het om het verband in de zin of tussen twee alinea's

Het is dus belangrijk dat je de tekst vóór en na het 'gat' goed begrijpt!

Slide 9 - Slide

leesstrategie...
... Lees de alinea eerst globaal;
...vervolgens lees je de zinnen voor en na het 'gat'; 
Je moet begrijpen om wat voor soort verband het gaat:

Moet er bijvoorbeeld iets positiefs of iets negatief ingevuld woorden?
of gaat het om een tegenstelling? 
de signaalwoorden zijn belangrijk: deze geven verbanden aan!




Slide 10 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?    Macht Aufgabe 28, 29, 30 und 31 auf Seiten 108 - 110
Wie?     selbsständig, in deinem Buch
Hilfe?    ein Wörterbuch
Zeit?     30 Minuten
Fertig? wir kontrolieren die Antworte zusammen






Slide 11 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 12 - Slide



Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächste Woche!


Slide 13 - Slide

Was machen wir heute?


hören und sehen
(erste Stunde_

lernen für den Test
(zweite Stunde)

Slide 14 - Slide



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?    je bekijkt allebei een ander filmpje  van Deutschlandlabor. Je bedenkt
              minimaal 5 vragen bij jouw filmpje. Deze schrijf je op. Vervolgens bekijk  je 
              het filmpje van je buurman/vrouw en beantwoord je de vragen. 
              Je bespreekt daarna de antwoorden samen. 
Wie?     in tweetallen;                               
Hilfe?    ich bin da
Zeit?      25 Minuten
Fertig?  Maak uit je boek opdracht 6 op blz. 57 en 58. Je luistert het fragment via de 
                het online boek. 






Slide 17 - Slide

Heb ik de leerdoelen behaald?
Ben ik in staat om een gesproken fragment te verstaan en er 
vragen bij te bedenken?

Slide 18 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 19 - Slide

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 20 - Slide

Was machen wir heute?


  • Lesefertigkeit:  Beweringsvragen

Slide 21 - Slide

Lernziele:
  • Je kunt uitleggen wat een beweringsvraag is;
  • Je weet welke leesstrategieën je nodig hebt om een beweringsvraag te beantwoorden 
  • Je kunt uitleggen waarom versterkende en verzwakkende woordjes belangrijk zijn bij dit type vragen.

Slide 22 - Slide

een beweringsvraag...
... is een vraag waarbij je van  een aantal beweringen moet aangeven of deze juist of onjuist zijn. 

... wordt vaak gesteld bij een korte tekst

Slide 23 - Slide

leesstrategie...
... eerst lees je de tekst globaal;
... dan ga je in de tekst zoeken naar de passage waar het antwoord staat;
... deze passage lees je goed door 

Slide 24 - Slide

belangrijk!
versterkende        en          verzwakkende woordjes!
gerade                                    kaum
immer                                     manchmal
oft/häufig                             nie/niemals
völlig                                        selten
Jeden Tag                             nur
ziemlich

Slide 25 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Macht Aufgabe 23, 24 und 25 auf Seiten 102-106
Wie?     selbsständig, in deinem Buch
Hilfe?    ein Wörterbuch
Zeit?      30 Minuten
Fertig? wir kontrolieren die Antworte zusammen






Slide 26 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 27 - Slide



Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächste Woche!


Slide 28 - Slide