03.04 uitleg verslag

Deze week:
  • OK 03.04 Verslaglegging van je onderzoek, maken + nakijken 
  • PK De 1-secondeslinger (UITVOERING) (samen in je groepje)
  • PK De 1-secondeslinger (VERWERKING) (samen in je groepje) 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Deze week:
  • OK 03.04 Verslaglegging van je onderzoek, maken + nakijken 
  • PK De 1-secondeslinger (UITVOERING) (samen in je groepje)
  • PK De 1-secondeslinger (VERWERKING) (samen in je groepje) 

Slide 1 - Slide

Indeling natuurwetenschappelijk verslag:
  1. Titel
  2. Inleiding
  3. Onderzoeksvraag
  4. Hypothese
  5. Materiaal en methode
  6. Waarnemingen en resultaten
  7. Conclusie
  8. Discussie

Slide 2 - Slide

Schrijfwijze:
  • Titel
  • Inleiding
  • Onderzoeksvraag
  • Hypothese
Het verslag schrijf je voor het experiment. 
Daarom schrijf je in de tegenwoordige tijd.

Slide 3 - Slide

Schrijfwijze:
  • Materiaal en methode
  • Waarnemingen en resultaten
  • Conclusie
  • Discussie
Het verslag schrijf je voor het grootste gedeelte na je experiment. Daarom schrijf je in de verleden tijd.

Slide 4 - Slide

1. Titel van je proef & Voorblad
  • Een passende titel
  • Voor- en achternaam van de schrijver(s), klas, docent en de datum. 
  • Een titelblad wordt aantrekkelijk gemaakt door het invoegen van een bijpassende afbeelding

Slide 5 - Slide

2. Inleiding 
  • Vertel waarom je het onderzoek hebt gedaan 
  • Vertel door welke waarnemingen je tot je onderzoeksvraag bent gekomen. 
  • Het doel van het experiment staan. 
  • in een paar zinnen op. 
  • In de inleiding staat nooit dat je het experiment doet omdat de docent heeft gezegd dat het moest.

Slide 6 - Slide

3. Onderzoeksvraag
  • Het moet een open vraag zijn en eindigt met een vraagteken.
  • In de onderzoeksvraag staan de grootheden die je meet.
  • De onderzoeksvraag moet te beantwoorden zijn door het onderzoek.

Slide 7 - Slide

4. Hypothese
  • Is een antwoord op de onderzoeksvraag.
  • Is kort, maar wel zo specifiek mogelijk. Eén zin kan genoeg zijn.
  • VB: Wij verwachten dat......
Nadat je de hypothese hebt opgeschreven, kan je nog een uitleg geven waarom je dacht dat iets het antwoord op de onderzoeksvraag was. 

Slide 8 - Slide

5. Materialen en methode 
Alles wat nodig voor de proef is nauwkeurig beschreven.
• De materialenlijst ziet eruit als een mooie ‘boodschappenlijst’.
• Er is een stappenplan beschreven hoe de proef uitgevoerd moet worden (Iemand anders moet aan de hand van je verslag de proef precies na kunnen doen).

Slide 9 - Slide

6. Waarnemingen en resultaten
  • Alleen waarnemingen gegeven. (Oftewel: je vermeldt alles wat je gezien en gemeten hebt. Je gaat nog geen conclusies trekken uit de gegevens!)
  • Metingen geef je bijvoorbeeld in tabelvorm  en verwerk je eventueel tot een diagram.
  •  Berekeningen zijn ook opgeschreven.
     (Denk aan juiste eenheden).
  • Vat je resultaten samen in woorden.



Slide 10 - Slide

7. Conclusie
• De conclusie is het antwoord op je onderzoeksvraag. Het antwoord is gebaseerd op je gevonden resultaten.  
• Er is vermeld of de hypothese klopte of niet. Als hij niet klopte, zeg je dat de hypothese verworpen is.

Let op: De conclusie is kort. Het is niet de bedoeling dat je hier een uitleg geeft. Die volgt immers niet uit de proef. Een verklaring kan je in de discussie kwijt.

Slide 11 - Slide

8. Discussie = Een verklaring voor je conclusie
  • Waarom is je hypothese waar, niet waar of nog niet bewezen?
  • Wat je antwoorden zijn op deelvragen.
  • Een vergelijking van je eigen resultaten en conclusie met gegevens die al bekend zijn.
  • Wat goed ging en wat minder goed ging.
  • Hoe betrouwbaar je metingen zijn.
  • Hoe je onderzoek beter kan. Welke factoren zijn niet onderzocht, maar moeten nog worden onderzocht.
  • Hoe je onderzoek kan worden uitgebreid. Welke factoren zijn niet onderzocht, maar kunnen ook worden onderzocht.
  • Bij science geef je ook antwoord op de vragen die gesteld worden in de discussie. Herhaal hierbij de vraag in het verslag.

Slide 12 - Slide

Oefen PK De 1-secondeslinger
Onderzoeksvraag:
Hoe lang moet een slinger met een gewichtje zijn die 1 keer per seconde slingert en van welke grootheden hangt de slingertijd af?

Slide 13 - Slide

Oefen PK De 1-secondeslinger

De opstelling van dit practicum :





Slide 14 - Slide

Oefen PK De 1-secondeslinger 
Deel 1 = de uitvoering

Wat lever je in voor dit onderdeel van het verslag?

  • Onderzoeksvraag
  • Hypothese
  • Waarneming en resultaten


Slide 15 - Slide

Oefen PK De 1-secondeslinger 
Deel 2 = de verwerking

Wat lever je in voor dit onderdeel van het verslag?
  • Een lijngrafiek


Slide 16 - Slide