Ik weet op welke veelgemaakte spellingsfouten ik moet letten bij het betoog.
Ik weet op welke manier ik binnen een tekst en onder een tekst een bronvermelding moet noteren.
Ik weet waar ik op moet letten bij het begrenzen van zinnen.
Slide 3 - Slide
Veelgemaakte fouten in dagboeken
Samenstellingen: is het bedoeld als 1 begrip, dan als samenstelling opschrijven. Je kunt een lidwoord ervoor zetten bij zelfstandige naamwoorden.
Afbreken van woorden aan het einde van een regel: breek het woord af bij een lettergreep, niet waar de regel stopt.
Komma aan het einde van een regel, niet bij het begin van de nieuwe regel.
Slide 4 - Slide
Veelgemaakte fouten in dagboeken
Komma tussen twee persoonsvormen.
Zin afmaken na een dubbele punt en lange opsomming. Let op de formulering, de zin begint voor de dubbele punt.
Punt na titel / tussenkopje: na een titel alleen een vraagteken of uitroepteken als leesteken, geen punt.
Passende titel / tussenkopjes: betoog is geen passende titel, conclusie is geen passend tussenkopje.
Slide 5 - Slide
Bronvermelding
In de toets.
Betoog met verwijzing naar leestekst in de toets.
Bron vermelden in de tekst én onder je betoog.
Volg de APA regels voor een krantenartikel.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld juiste APA vermelding krantenartikel
Format: Achternaam Auteur, Initialen. (jaar, dag maand). Titel artikel. Naam Krant, paginabereik.
Bronvermelding (onder artikel): Van Rooijen, M., & Hessels, T. (2020, 29 februari). Veel vrouwen voelen zich onveilig op donker busstation in Grave. De Gelderlander, A1, A4.
Verwijzing in de tekst: Van Rooijen en Hessels (2020) vinden / schrijven / verwijzen naar ........
Slide 7 - Slide
H6 Formuleren
Zinnen correct begrenzen
Slide 8 - Slide
Zinnen begrenzen. Waarom?
Als je een zin schrijft zonder komma's en punten krijg je dus zoiets en dat is supervervelend om te lezen ook wordt het lastig om te begrijpen waar het einde van je verhaal is doordat je niet zo goed weet waar een zin begint en eindigt waardoor je dus weer volledig de weg kwijt bent en je je afvraagt of je het eigenlijk nog wel kan volgen
Slide 9 - Slide
Uitleg
1. Uitleg hoofdzin en bijzin
2. Uitleg zinnen begrenzen
3. Uitleg zinnen onjuist begrenzen
Slide 10 - Slide
Hoofdzin en bijzin
Hoofdzin: er kan geen ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan.
Test dit met het woordje "niet".
Het niet is alweer bijna carnaval. Daar hebben niet we allemaal heel veel zin in.
Slide 11 - Slide
Hoofdzin en bijzin
Bijzin: er kan wel een ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan.
Test dit met het woordje "niet".
omdat hij niet blij was vandaag
zodat Keesje niet meer zo vaak ging voetballen
Slide 12 - Slide
Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer.
A
Bijzin - bijzin
B
Hoofdzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - bijzin
D
Bijzin - hoofdzin
Slide 13 - Quiz
We hebben zin in de vakantie, omdat het dan weer carnaval is.
A
Hoofdzin - bijzin
B
Bijzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - hoofdzin
D
Bijzin - bijzin
Slide 14 - Quiz
Zinnen begrenzen
1. Wanneer mag je twee zinnen met elkaar verbinden met een komma?
Hoofdzin (HZ) + bijzin (BZ)
Bijzin (BZ) + hoofdzin (HZ)
We hebben zin in de vakantie (HZ), omdat het dan weer carnaval is (BZ).
Omdat het dan weer carnaval is (BZ), hebben we zin in de vakantie.(HZ)
Slide 15 - Slide
Zinnen begrenzen
2. Wanneer mag je een zin afsluiten met een punt?
Hoofdzin
Ik ga vandaag naar school.
Slide 16 - Slide
Zinnen begrenzen
3. Wanneer mag je twee zinnen verbinden met 'en', 'maar', 'of', 'want', of 'dus'?
Hoofdzin + hoofdzin
Gisteren was ik niet op school en vandaag ben ik er weer.
Gisteren niet was ik niet op school en vandaag niet ben ik er weer.
Slide 17 - Slide
Zinnen onjuist begrenzen
Het kan op twee manieren fout gaan:
twee hoofdzinnen onterecht aan elkaar plakken door een komma (hoofdzin "komma" hoofdzin)
een zinsdeel (bijzin) dat bij een zin hoort ten onrechte los laten staan en afsluiten met een punt(bijzin "punt")
Slide 18 - Slide
Zinnen onjuist begrenzen
Twee zelfstandige zinnen onterecht aan elkaar plakken door een komma (hoofdzin "komma" hoofdzin)
Verbetering: zet een punt of plaats 'en', 'maar', 'of', 'dus' of 'want'.
Fout: Gisteren was ik niet op school, vandaag ben ik er weer.
Goed: Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer
Goed: Gisteren was ik niet op school en vandaag ben ik er weer.
Slide 19 - Slide
Zinnen onjuist begrenzen
Losse bijzin: een zinsdeel (bijzin) dat bij een zin hoort ten onrechte los laten staan en afsluiten met een punt (bijzin "punt")
Verbetering: Vervang de punt door een komma.
Fout: We hebben zin in de vakantie. Omdat het dan weer carnaval is.
Goed: We hebben zin in de vakantie, omdat het dan weer carnaval is.
Fout: Hij heeft heel hard getraind. Zodat hij de marathon kon lopen.
Goed: Hij heeft heel hard getraind, zodat hij de marathon kon lopen.
Slide 20 - Slide
Tegenwoordig lijkt de aarde steeds meer op te warmen, daardoor smelten de ijskappen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
De supermarkt is erg ver weg. Daarom moeten we een heel stuk lopen, dat vind ik best wel vervelend.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Betoog kritisch lezen
Wissel je geschreven betoog met je achterbuur.
Lees iedere zin kritisch op foutieve begrenzing.
10 minuten.
Verbeter waar het volgens jou nodig is met een rode pen.
Slide 23 - Slide
Wat vond je van de manier van werken in periode 3? Denk aan: gezamenlijk boek lezen, PO fictie, debat met GS, boekje apart voor betoog, minder uit het boek werken?