Les 3 la famille

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransBasisschoolGroep 8

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Mercredi 15 juin
Le programme pour aujourd'hui :

- Jij kunt familieleden met het juiste lidwoord benoemen;
- Jij kunt het bezittelijk voornaamwoord in een zin aanpassen;
- Jij kunt het werkwoord "avoir" (hebben) in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Slide 2 - Slide

Objectif numéro 1 
Jij kunt familieleden met het juiste lidwoord benoemen.

Slide 3 - Slide

Unité 2
la famille

Slide 4 - Slide

Wat is vrouwelijk enkelvoud?
A
les soeurs
B
le frère
C
la soeur
D
les frères

Slide 5 - Quiz

Wat is mannelijk enkelvoud?
A
la soeur
B
les frères
C
les mères
D
un frère

Slide 6 - Quiz

Wat is meervoud?
A
les soeurs
B
un frère
C
une soeur
D
le stylo

Slide 7 - Quiz

De/het 

le 
la 
l' 
les 
Een 

un 
une 

Slide 8 - Slide

LE, LA, UN, UNE, LES, DES
(m)
de camping = le camping        de campings = les campings
een camping = un camping          campings = des campings
(v)
de stad = la ville                            de steden = les villes
een stad = une ville                           steden = des villes

Slide 9 - Slide

welk lidwoord?
.....famille
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 10 - Quiz

vertaal:
le grand-père

Slide 11 - Open question

vertaal naar het NL:
j'ai deux grands-pères

Slide 12 - Open question

la soeur
A
de broer
B
de nicht
C
de zus
D
de vriendin

Slide 13 - Quiz

les parents
A
de kinderen
B
de ouders
C
het huis
D
de school

Slide 14 - Quiz

Singulier (ev)
Pluriel (mv)
Garçon
Famille
Soeurs
Maisons

Slide 15 - Drag question

Objectif numéro 2
Jij kunt het bezittelijk voornaamwoord in een zin aanpassen.

Slide 16 - Slide

Hoe vertaal jij "mijn" in het Frans?

Slide 17 - Mind map

Voici (mijn) ... famille
A
mon
B
ma
C
mes
D
les

Slide 18 - Quiz

Mon
Ma
Mes
tante
grand-père
pères
soeur
cousins
oncle
Grand-mère
soeur
famille
frère

Slide 19 - Drag question

Bezittelijk voornaamwoord
mijn = mon / ma / mes
jouw = ton / ta / tes
zijn of haar = son / sa /ses

Slide 20 - Slide

mijn, jouw, zijn, haar
Let op:
Als vrouwelijk zelfst.nw enkelvoud begint met een klinker/ stomme h, dan gebruik je niet ma, ta, sa, maar altijd mon, ton, son. 

Dus: ma adresse => mon adresse
          ta histoire   => ton histoire

Slide 21 - Slide

(mijn) zus
A
ses soeurs
B
ta soeur
C
mon frère
D
ma soeur

Slide 22 - Quiz

son - sa - ses
ton - ta - tes
mon - ma - mes
     mijn
      zijn
     haar
     jouw

Slide 23 - Drag question

Sophie dit/ zegt: "c'est ...."
A
ma soeur
B
mon soeur
C
mes soeur
D
m' soeur

Slide 24 - Quiz

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
un frère
ma
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 25 - Drag question

mannelijk
vrouwelijk
son
la
mon
sa
ta
ton
le
ma

Slide 26 - Drag question

ML enk
VR enk
MV
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses

Slide 27 - Drag question

Objectif numéro 3
Jij kunt het werkwoord "avoir" (hebben) in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Slide 28 - Slide

Le verbe "avoir"
J'ai une soeur
Tu as une soeur
Il a une soeur

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Tu as
A
Ik heb
B
Jij hebt
C
Hij heeft
D
Hij is

Slide 31 - Quiz

Nous avons
A
ze hebben
B
jullie hebben
C
jij hebt
D
wij hebben

Slide 32 - Quiz

avoir
il/elle/on
tu
je/j'
                         ai
                           a
as

Slide 33 - Drag question

Avoir = Hebben
Ik heb
Jij hebt
Hij/Zij heeft
Wij hebben
Wij hebben
U/Jullie hebben
Zij hebben

J’ai
Tu as
Il/Elle a
On a
Nous avons
Vous avez
Ils/Elles ont

Slide 34 - Slide

Les devoirs/ huiswerk
Schrijf de hele vertaling van de vervoeging van het werkwoord "avoir" (hebben) op een papier.

Slide 35 - Slide