1. Je herkent en benoemt minimaal 8
verschillende schapenrassen en 7 verschillende geitenrassen2. Je legt uit hoe de dagelijkse en periodieke verzorgende werkzaamheden van schapen uitgevoerd moeten worden
3. Je kan voor een schaap en geit benoemen welk voer en hoe je water kunt verstrekken
4. Je kan beoordelen of het voer geschikt is voor schapen en geiten
5. Je kan een schaap op de juiste wijze met oog voor dierenwelzijn hanteren en fixeren
6. Je kan verschillende huisvestingssystemen van schapen benoemen
7. Je kan de specifieke huisvestingsbehoeften van schapen benoemen