Lezen H5

Nederlands 
Hoofdstuk 5 (lezen)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands 
Hoofdstuk 5 (lezen)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de volgende termen uitleggen; mening, feit, argument, conclusie
  • Je kent de signaalwoorden die horen bij de termen; mening, feit, argument, conclusie

Slide 2 - Slide

Uitleg
  • Feit = staat vast



  • Mening = persoonlijk, wat iemand ergens van vindt


  • Argument = uitleg waarom je iets vindt of waarom iets zo is

  • Conclusie = herhalen van mening/feiten en argumenten

Slide 3 - Slide

In een tekst herken je een mening, argument en een conclusie.
Maar hoe herken je dit??

SIGNAALWOORDEN

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden


Slide 5 - Slide

Stelling: In de klas mogen leerlingen geen telefoon gebruiken

30 seconde de tijd:

  • Denk na over je mening en noem minimaal 1 argument
  • Gebruik de signaalwoorden
timer
0:30

Slide 6 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?
"Ik vind het prachtig weer vandaag."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Waaraan of hoe herken je dat
"Ik vind het prachtig weer vandaag."
een mening is?

Slide 8 - Open question

Staat hier een feit, mening of argument?
"Morgen moet ik naar de tandarts."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quiz

Mening
Wat je van iets vindt
Hoe je over iets denkt
eens/oneens
Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, ik denk.
VB: Ik vind veel geld verdienen erg belangrijk

Slide 10 - Slide

Argument
Uitleg waarom je iets vindt of denkt
signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers
VB: Ik vind veel geld verdienen erg belangrijk, want dan weet ik zeker dat ik geen geld van mijn vrienden hoef te lenen. 

Slide 11 - Slide

Conclusie
Korte herhaling van de mening en argumenten
Signaalwoorden: dus, concluderend, dat

Slide 12 - Slide