6. Herhaling

6. Herhaling
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Pak alvast pen en rekenmachine op tafel, iPad blijft dicht.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

6. Herhaling
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Pak alvast pen en rekenmachine op tafel, iPad blijft dicht.

Slide 1 - Slide

Dit gaan we doen:
Herhalen belangrijkste punten uit dit hoofdstuk.

Maken oefentoets over het hele hoofdstuk.

Snel klaar? Alvast bezig met leren (samenvatten, Blooket enz.)

Slide 2 - Slide

8.1 - Geluidsbronnen
Een geluidsbron is iets dat geluid produceert. Dat gebeurt door een trilling. De trilling brengt de luchtdeeltjes in beweging. Zo ontstaat een geluidsgolf.

Slide 3 - Slide

8.1 - Geluid horen
Geluid verplaatst zich door een tussenstof naar je oor. In lucht gaat het geluid met 340 m/s.

In je oor reageert je trommelvlies op de geluidsgolf.

Slide 4 - Slide

8.2 - Toonhoogte
Een geluid kan verschillende toonhoogtes hebben.

In een snaar hangt de hoogte af van:
- Dikte (dikkere snaar, lager geluid)
- Lengte (langere snaar, lager geluid)
- Spanning (minder spanning, lager geluid)

Slide 5 - Slide

8.2 - Frequentie
Hoe hoog een toon klinkt hangt af van de frequentie van de trilling: hoe vaak een trilling per seconde gebeurt.

Frequentie =
aantal trillingen ÷ aantal seconden
Eenheid: Hertz (Hz)

Slide 6 - Slide

8.2 - Oscilloscoop
Je kan een geluidsgolf in beeld brengen op een oscilloscoop.
Eén golfje is één volledige trilling.

Hoe meer golfjes per seconde, hoe hoger de frequentie, hoe hoger het geluid.

Slide 7 - Slide

8.3 - Amplitude
Hoe hard een geluid klinkt, ligt aan hoe ver de trilling uitwijkt. We noemen dat de amplitude.

Hoe groter de amplitude, hoe harder het geluid klinkt.

Slide 8 - Slide

8.3 - Decibel
We meten geluidssterkte in decibels dB(A).

Geluid onder de 0 dB(A) ligt onder onze gehoorgrens - we kunnen het niet horen.
Geluid boven de 140 dB(A) ligt boven de pijngrens - geluidsgolven gaan dat fysiek pijn doen aan je oren.

Slide 9 - Slide

8.4 - Schade en hinder
Hard geluid kan schadelijk of hinderlijk zijn.

Vanaf een geluidssterkte van 140 dB(A) krijg je gehoorschade. Als je lang achter elkaar geluid van meer dan 80 dB(A) hoort kan dat ook gebeuren.

Slide 10 - Slide

8.4 - Maatregelen
Bij geluidshinder kan je maatregelen nemen bij de bron, tussen de bron en de ontvanger, en bij de ontvanger.

Materialen die hierbij helpen kunnen geluid absorberen (in zich opnemen) of terugkaatsen.

Slide 11 - Slide

Hoe ga je leren?
1. Neem de LessonUps door en gebruik de leerdoelen. Zorg dat je elk leerdoel kan uitleggen.

2. Lees de theorie in het boek en neem de opgaven die je gemaakt hebt nog eens door.

3. Gebruik de Blooket met oefenvragen om te checken of je alles kent of sommige dingen nog moet leren.

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maak: de oefentoets.
Doel: jij weet wat je al wel en niet weet, ik weet wat ik in de laatste les nog eens moet uitleggen.
Hoe: op papier, je mag een rekenmachine gebruiken.
Met wie: alleen.
Hoe lang: tijd tot het einde van de les.
Klaar? Dan ga je alvast leren.

Slide 13 - Slide