1hv - H1 - grammatica lidwoorden

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Répéter les animaux
• Les mots
• Le grammaire
• Les exercices 
• Les devoirs

Le but: Ik kan het verschil uitleggen 
tussen le/la/les

Répéter les animaux 

1. le chat	A. de vis
2. le chien	B. het schaap
3. le poisson	C. de koe
4. le lapin	D. de kat
5. la vache	E. het konijn
6. la poule	F. de hond
7. le mouton	G. de vis

Les mots 

1. j'habite
2. la famille 
3. le chien
4. la soeur
5. la tente
6. ici
7. le garçon  

Écouter

1. familie
2. leeftijd
3. woonplaats
4. huisdier

On va corriger! 

Blz. 28

Exercice 11

Le grammaire

Lidwoord. Wat is dat?

Au travail!

Blz. 32

Faire exercice 16+17A+17D+17E+18

Apprendre les mots blokje E

Opdracht

Maak een fantasiedier 

- In het dier moeten minimaal 3 dieren zijn verwerkt. 

- Schrijf onder de tekening in het Frans welke dieren in je tekening zitten.

C'est une mélange de ......................