Mindset/Overtuigingen

Mindset & Overtuigingen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mindset & Overtuigingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Stelling: iedereen kan wiskunde leren
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions


Stelling: iedereen heeft een talenknobbel
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
mijn resultaten laten zien wie ik ben
B
ik ben meer dan mijn resultaten

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
als het moeilijk wordt geef ik op
B
ik geef niet zomaar op

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


Stelling: wat je in je leven kunt 
staat vanaf de geboorte al vast
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Stelling: als je het echt wilt, 
kun je altijd beter in iets worden
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
ik raak jaloers op het succes van anderen
B
ik leer van het succes van anderen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
hoeveel talent je hebt kun je niet veranderen
B
hoeveel talent je hebt ligt niet vast

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
feedback helpt mij nooit
B
ik kan leren van alle feedback

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
mijn intelligentie staat vast
B
mijn intelligentie kan ik ontwikkelen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
succes is mezelf bewijzen
B
succes is mezelf blijven ontwikkelen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
uitdagingen zijn niets voor mij
B
uitdagingen zijn van harte welkom

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
inspanning is voor hen die geen talent hebben
B
inspanning maakt mij beter in wat ik doe

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Mindset
Je krijgt 2 minuten de tijd om op internet op te zoeken wat bedoeld wordt met mindset. 
Daarna komen we met elkaar tot een gezamenlijke definitie van het woord mindset.  

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

mindset
timer
2:00

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Groei mindset
Fixed mindset
klik op de afbeelding en lees mee
uit het fimpje

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Overtuigingen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Fixed mindset
Groei mindset
Niemand doet iets voor mij.
Zo ben ik nu eenmaal, ik kan er niets aan veranderen.
Ik ga veranderen, stap voor stap.
Morgen gaat het een stuk beter.
Iedereen kan wiskunde leren.
Iedereen heeft een talenknobbel.
Wat je in je leven kunt, staat vanaf je geboorte al vast.
Als je het echt wilt, kun je altijd beter in iets worden. 
Ik kan het niet.
Dat is niet mijn schuld. 
Iedereen maakt fouten.
Ik kan het nog niet.

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Fixed mindset
Spreekwoorden opdracht
Groei mindset
Iets in de wind slaan
De kop in het zand steken 
Driemaal is scheepsrecht
Aan de weg timmeren
Waar een wil is is een weg
De koek is op
Door de zure appel heenbijten
Oefening baart kunst
Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.
Wie eens steelt is altijd een dief
Als winnaar uit de bus komen
Al doende leert men

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Overtuigingen
Je maakt jezelf een hoop wijs in de manier waarop je gelooft in je eigen gedachten en overtuigingen, positief (helpend) en negatief (belemmerend). 

Je hebt een mening over wie je denkt te zijn, hoe je denkt over te komen op anderen, hoe je het op school denkt te doen, etc. Al die overtuigingen heb je in de loop der jaren opgebouwd. ‘Ik kan echt niet rekenen, ik ben populair, ik kan niet presenteren, ik kan goed zingen...’ 

Maar zijn die beweringen wel waar? En welke invloed hebben deze overtuigingen op jouw houding, gedrag en keuzes? 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Welke overtuigingen heb jij over jezelf? Bijvoorbeeld over je schoolprestaties, je gezondheid, geld, je gezin of een ander onderwerp.  Noem er minimaal 5.

Slide 24 - Open question

Voorbeelden die je kunt geven aan de leerlingen:

BELEMMERENDE OVERTUIGINGEN
De hele wereld is tegen mij.
Ik ben niet goed genoeg.
ik ben niet zo'n spreker in de groep
ik ben erg onhandig
ik ben erg verlegen
iedereen is tegen mij
ik ben niet zo slim
niemand kijkt naar mij om
ik ben lelijk of ik zie er niet uit
anderen laten mij in de steek
risico’s lopen durf ik niet goed
ik ben niet interessant genoeg voor anderen
verplichtingen ga ik niet gauw aan
over gevoelens praten vinden wij van huis uit moeilijk
Ik moet het met hard werken verdienen
wij zijn van huis uit allemaal introvert
iedereen moet mij aardig vinden.
Ik mag geen fouten maken.
Alles moet precies gaan zoals ik wil
Alle ellende wordt veroorzaakt door factoren buiten mij.
Ik ben zoals ik ben en dat zal altijd zo blijven.
och, dit is typisch weer iets voor mij
ik zal nooit wennen in deze klas 


HELPENDE OVERTUIGINGEN:
.... (jouw keuze) vak ging mij altijd al goed af op school.
ik had als eerste mijn zwemdiploma
ik speel al piano vanaf mijn vierde
ik kan gemakkelijk leren
ik red me snel in verschillende situaties
als ik iets niet weet, vraag ik wel: ik stap gemakkelijk op anderen af
ik ben erg handig
ik begrijp dingen snel
ik leg gemakkelijk contacten
ik weet dat ik er wel aantrekkelijk uit zie
risico’s ervaar is als een uitdaging
ik weet snel vrienden te maken
ik ben besluitvaardig
ik weet dat je het leven aardig kan bijsturen
kansen krijg je niet: kansen pak je
ik laat het snel over me heen komen en zie wel hoe ’t verder gaat
ik ga uit van mijn eigen kracht
wat ik niet kan, leer ik wel
verwerkingsopdracht
Schrijf op of maak een video over deze vragen.  

- Wat is volgens jou een fixed en growth mindset?  
- Benoem één growth mindset die jij volgens jezelf en je ouders hebt, geef hier ook een voorbeeld bij (dus een situatie waarin deze mindset naar voren kwam).  
- Benoem één fixed mindset die jij volgens jezelf en je ouders hebt, geef ook hier een voorbeeld bij (dus een situatie waarin deze mindset naar voren kwam).  
- Hoe heb jij geprobeerd je fixed mindset om te zetten in een growth mindset? Welke stappen heb je hierbij allemaal gezet?    
- Wat vind je nog lastig op je reis naar een growth mindset?  
- Vertel iets waarop je echt trots bent! Dit mag van alles zijn.

Zorg dat je videopitch ongeveer één minuut duurt, langer mag, korter NIET. Je kunt ook je familieleden vragen om deel te nemen aan de vlog. Je ouders kunnen bijvoorbeeld iets vertellen over jouw overtuigingen. Of laat het ze opschrijven.  

Je kiest een klasgenoot en geeft feedback op de antwoorden / de video van diegene. Schrijf minimaal 2 tips en 2 tops op.  

Je levert je eindopdracht in tijdens je LOS-gesprek.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions



Heb je nog een vraag of opmerking?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions