Le passé composé

Le passé composé
De voltooid tegenwoordige tijd
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Le passé composé
De voltooid tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui

Grammaire: passé composé

Le but: 
je kunt de werkwoorden gebruiken

Slide 2 - Slide

Le passé composé
  • Le passé composé = verleden tijd
  • Om te vertellen wat je gedaan hebt

Slide 3 - Slide

Le passé composé
De passé composé bestaat uit 2 delen: 
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord


Slide 4 - Slide

Le passé composé
De passé composé bestaat uit 2 delen: 
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Het hulpwerkwoord is meestal avoir.
Ken je het rijtje nog?

Slide 5 - Slide

Le passé composé
De passé composé bestaat uit 2 delen: 
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Het hulpwerkwoord is meestal avoir.

AVOIR
j'ai
tu as
il / elle / on a
nous avons
vous avez
ils / elles ont

Slide 6 - Slide

Le passé composé
Voltooid deelwoord:
-er van het werkwoord afhalen 
regarder  - -er = regard

é erachter plakken 
regard + é = regardé

Slide 7 - Slide

Le passé composé
Voltooid deelwoord:
-er van het werkwoord afhalen 
regarder  - -er = regard

é erachter plakken 
regard + é = regardé
j'ai regardé
tu as regardé
il / elle a regardé
on a regardé
nous avons regardé
vous avez regardé

ils / elles ont regardé

ik heb gekeken
jij hebt gekeken
hij / zij heeft gekeken
wij hebben gekeken
wij hebben gekeken
u heeft gekeken / 
jullie hebben gekeken
zij hebben gekeken

Slide 8 - Slide

wij hebben gegeven
(donner)
A
tu as donné
B
il a donné
C
nous avons donné
D
vous avez donné

Slide 9 - Quiz

jij hebt gegeten
(manger)

Slide 10 - Open question

hij heeft gewerkt
(travailler)

Slide 11 - Open question

jullie hebben gespeeld
(jouer)

Slide 12 - Open question

On a chanté

Slide 13 - Open question