Quiz hoofdstuk 5 Van verkoopprijs inclusief btw naar brutowinst

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Quiz hoofdstuk 5 verkoopresultaten

De verkoopprijs inclusief btw noemen we ook wel de:

1. inkoopfactuurprijs
2. verkoopkosten
3. verkoopprijs
4. consumentenprijs

De prijs die de detaillist betaalt aan de groothandel exclusief btw noemen we de:

1. verkoopprijs
2. inkoopfactuurprijs
3. fabricagekosten
4. inkoopprijs

De verkoopprijs bereken je als volgt:

1. inkoopprijs + brutowinst
2. brutowinst - overige kosten
3. omzet - inkoop
4. inkoopprijs + btw

De verkoopprijs kan ik ook als volgt berekenen:

1. inkoopprijs - brutowinst
2. Verkoopprijs -brutowinst
3. Verkoopprijs - inkoopprijs
4. Verkoopprijs + Inkoopprijs

Welke prijs is zonder btw?

1. Inkoopfactuurprijs
2. Consumentenprijs
3. Verkoopprijs
4. Consumentenomzet

De verkoopprijs inclusief BTW noemen we:

1. Consumentenprijs
2. Verkoopprijs

Als een klant product A koopt, dat onder het lage BTW tarief valt, moet de klant € 36,50 aan BTW betalen. de consumentenprijs van dit product is dan:

1. 210,31
2. 644,83
3. 44,17
4. 442,06

Hoe noem je het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs?

1. inkoopprijs
2. brutowinst
3. verkoopprijs
4. consumentenprijs

Wat is de consumentenprijs?

1. verkoopprijs zonder btw
2. de btw
3. verkoopprijs met btw
4. inkoopprijs

Hoe heet de inkoopprijs inclusief btw?

1. inkoopfactuurprijs
2. verkoopprijs
3. verkoopprijs met btw
4. inkoopprijs

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...

1. belasting over de toenemende waarde
2. belasting tegen waarde
3. belasting toegevoegde winkel
4. belasting over de toegevoegde waarde

Hoe heet de prijs die jij in de winkel betaalt?

1. Consumentenprijs
2. Verkoopprijs

21% BTW?

9% BTW?

Hoeveel procent btw betalen de consumenten voor een fiets?

1. 12%
2. 21%
3. 6%
4. 9%

De consumentenprijs van een paar Adidas sneakers is € 69,95. Het BTW tarief is hoog. De verkoopprijs is dan:

1. 55,26
2. 57,81

De verkoopprijs van een schoenenkastje bij de Ikea is
€ 65,-. Het BTW tarief is hoog. De consumentenprijs is dan:

1. 59,63
2. 53,72
3. 78,65
4. 70,85

De inkoopfactuurprijs van een product is € 12,63. het btw tarief is laag. De inkoopprijs van dit product is dan:

1. 11,40
2. 10,44
3. 11,59
4. 9,98

Een ondernemer heeft goederen ingekocht bij de groothandel. De inkoopprijs van deze goederen is € 1.275,85 exclusief 21% btw. Bereken de inkoopfactuurprijs van deze goederen.

1. 1.054,42
2. 1.543,78

De verkoopprijs van een VW Polo is € 17.500,-. Het BTW tarief is hoog. Wat is de consumentenprijs?

1. €21.175
2. € 22.151,90
3. € 19.075

De verkoopprijs van een fiets is € 495.
Het hoge btw-tarief geldt.
Bereken de consumentenprijs?

1. € 409,10
2. € 598,95
3. 673,78
4. 755,00

De verkoopprijs van een iPhone is € 332,75.
De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs?

1. € 402,63
2. € 288,-
3. € 399,30
4. € 275,-

De verkoopprijs is € 96.
Bereken de consumentenprijs met 21% btw.

1. € 116,16
2. € 20,16
3. € 119,95
4. € 115,95

De verkoopprijs van een brood is € 1,80. Het btw-tarief is 9%. Wat is de consumentenprijs?

1. De consumentenprijs is € 1,65
2. De consumentenprijs is € 1,96
3. De consumentenprijs is € 1,99
4. De consumentenprijs is € 2,10

De consumentenprijs voor een computer is
€ 2.149,-.
Het btw-tarief is 21%.
Bereken de verkoopprijs?

1. € 1.467,-
2. € 1.675,47
3. € 1.775,07
4. € 1.776,03

De verkoopprijs van een scooter is € 1150,-.
Het btw-tarief is 21%.
Bereken de consumentenprijs?

1. € 1291,50
2. € 1391,50
3. € 1412,85
4. € 1450,95