4H oefenen KA's deel I

Oefenen met kenmerkende aspecten
PTA 1 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen met kenmerkende aspecten
PTA 1 

Slide 1 - Slide

Invullen! 
Vul je antwoord zo in:
1. [ontbrekende woord]
2. [ontbrekende woord], [ontbrekende woord]

Slide 2 - Slide

1. De levenswijze van ...-verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en ...
3. Het ontstaan van de eerste .... gemeenschappen

Slide 3 - Open question

4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over ... en politiek in de ... stadstaat.
5. De klassieke ... van de Grieks-.... cultuur
6. De groei van het Romeinse ... waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in .... verspreidde.
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de ... cultuur in Noordwest-Europa.
8. De ontwikkeling van het ... en het christendom als eerste ... godsdiensten.

Slide 4 - Open question

9. De verspreiding van het ... in geheel Europa
10. Ontstaan en verspreiding van de ...
11. De vrijwel volledige vervanging van de agrarisch-... cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via ... en horigheid.
12. Het ontstaan van ... verhoudingen in het bestuur.

Slide 5 - Open question

13. De opkomst van handel en ... die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van ...
15. Het ... in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
16. De ... van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten.
17. Het begin van staatsvorming en ...

Slide 6 - Open question

18. Het begin van de Europese overzeese ...
19. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de ... en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke ...
21. De protestantse ... die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
22. Het ... in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.

Slide 7 - Open question

23. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse ...
24. Wereldwijde handelscontacten, ... en het begin van een wereldeconomie.

Slide 8 - Open question

Bij welk tijdvak past deze bron?
De eerste christenen leefden gemeenschappelijk:
Zij dan, die Zijn woord aanvaarden, ontvingen het doopsel: die dag traden er ongeveer drieduizend mensen toe. Zij bleven volharden in de leer der apostelen en de onderlinge gemeenschap, in het breken van het brood en in het gebed. Maar al de gelovigen waren ten nauwste verenigd, en bezaten alles in gemeenschap. Ze verkochten have en goed en verdeelden het onder elkander naar ieders behoefte. [...] maar ze hadden alles gemeen. Er bestond ook een grote genegenheid voor allen; er was namelijk geen enkele noodlijdende onder hen. 
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van Grieken en Romeinen
D
Tijd van jagers en boeren

Slide 9 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past de bron?
Magna Carta (1215):
Er zal in ons land geen belasting geheven worden, tenzij om ons [de koning] los te kopen, om onze oudste zoon tot ridder te slaan en onze oudste dochter voor de eerste maal uit te huwelijken. In deze gevallen moet de belasting binnen de redelijke perken blijven. De stad Londen zal haar oude rechten en vrijheden zowel te land als op zee behouden. Daarenboven erkennen wij dat alle andere steden, dorpen en havens hun privileges en oude gebruiken behouden.
A
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke of de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
B
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
C
Opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
D
Het veranderde mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

Slide 10 - Quiz

Bij welk historisch begrip past de bron?
Giorgio Vasari (1511-1574):
Reeds in het midden van de vijftiende eeuw waren ontwikkelde Italianen ervan overtuigd dat de beeldende kunsten in de middeleeuwen heel erg waren achteruitgegaan, tot ze bijna niets meer betekenden. Pas heel langzaam was, zo dachten ze, in hun eigen tijd de renaissance, de herleving begonnen. [...] Het prachtige beeldhouwwerk en de schilderingen, begraven onder de ruïnes van Italië, bleven verborgen voor de mensen van die eeuwen, maar in de loop van de dertiende eeuw had de hemel medelijden met de fijnzinnige mensen die de boden van Toskane iedere dag voortbracht, en ze geleidde hen naar de oorspronkelijke vormen.
A
Reformatie
B
Gouden Eeuw
C
De Verlichting
D
De Renaissance

Slide 11 - Quiz

Welk begrip is van toepassing op de bron?
Op een domein (9e eeuw):
De boeren van Villaris (een klein domein dichtbij Parijs, behorende aan een abdij) woonden in een dorp vlakbij het huis van de rentmeester. Ze woonden allen in hutten die grotendeels uit hard geworden modder bestonden en voorzien waren van daken en stro. Belangrijke gebouwen waren de dorpskerk met de woning van de dorpspriester en een molen van de heer. Men was verplicht zijn graan daar tegen een vergoeding te laten malen.
A
standensamenleving
B
hofstelsel
C
feodalisme
D
ambachten

Slide 12 - Quiz

Welk kenmerkend aspect pas bij de bron?
Over de Raad van State: Toen keizer Karel V op 1 oktober 1531 de Raad van State voor de Nederlanden instelde sloot hij aan bij een lang bestaande traditie. Een middeleeuwse vorst besliste over de belangrijkste zaken van oorlog en vrede. Hij deed dat na overleg met de hoogste edellieden van het land. Toen Karel V zijn zuster Maria van Hongarije aanstelde als landvoogdes over de Nederlanden, liet hij haar terzijde staan door een adviesraad. Deze raad bestond uit de voornaamste edellieden uit de streek, leden van de hoge geestelijkheid en een aantal juristen. De raad moest adviseren over de belangrijkste zaken en al wat de stand van zaken, de regering de veiligheid en de verdediging van de lage landen betrof.
A
De opkomst van handel en ambacht legde de basis voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
B
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
C
Het begin van staatsvorming en centralisatie
D
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 13 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past de
afbeelding?
A
de levenswijze van jagers-verzamelaars
B
het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
C
het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
D
de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 14 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect pas de afbeelding?
A
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
B
de protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
C
het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
D
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

Slide 15 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past de
afbeelding?
A
het begin van de Europese overzeese expansie
B
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
C
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
D
de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten

Slide 16 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past de afbeelding?

Toelichting: Kaart van het rijk van Karel de Grote
A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
B
het begin van staatsvorming en centralisatie
C
de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van NoordwestEuropa
D
de verspreiding van het christendom in geheel Europa

Slide 17 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past de
afbeelding?

Toelichting:
Plattegrond van de stad Utrecht
A
het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
B
de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarischurbane samenleving
D
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Slide 18 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past de afbeelding?

Toelichting:
Pont du Gard in Zuid-Frankrijk
A
de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
B
de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
C
de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van NoordwestEuropa
D
de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 19 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past de afbeelding?

Toelichting: Studie van Leonardo da Vinci
A
de wetenschappelijke revolutie
B
het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
C
de protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
D
de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

Slide 20 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past de afbeelding?
A
het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
B
de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
C
het ontstaan en de verspreiding van de islam
D
de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste chronologische volgorde van tijdvakken?
A
Jagers & boeren - Monniken & Ridders - Ontdekkers & Hervormers - Grieken & Romeinen - Steden & Staten - Regenten & Vorsten
B
Jagers & boeren - Monniken & Ridders - Steden & Staten - Grieken & Romeinen - Ontdekkers & Hervormers - Regenten & Vorsten
C
Jagers & boeren - Grieken & Romeinen- Steden & Staten - Monniken & Ridders - Ontdekkers & Hervormers - Regenten & Vorsten
D
Jagers & boeren - Grieken & Romeinen - Monniken & Ridders - Steden & Staten - Ontdekkers & Hervormers - Regenten & Vorsten

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste
chronologische volgorde?

Een aantal gebeurtenissen
uit de geschiedenis van de
stad Jeruzalem:
I    Een kleine 100 jaar wordt Jeruzalem overheerst door 
     christelijke kruisridders uit Europa. 
II   Romeinen verwoesten de tempel in Jeruzalem 
III  De islam wordt hoofdgodsdienst na de Arabische
      verovering
IV  Na de splitsing van het Romeinse rijk wordt Jeruzalem
      onderdeel van het Byzantijnse rijk 
A
II - IV - III - I
B
III - IV - I - II
C
I - IV - III - II
D
IV - II - I - III

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste
chronologische volgorde?
I    Maarten Luther schrijft zin 95 stellingen
II   Keizer Karel V verbiedt het protestantisme 
III  De boekdrukkunst wordt uitgevonden
IV  Denkbeelden van humanisten verspreidden zich in
      Europa

A
I - II - III - IV
B
III - IV - I - II
C
II - IV - III - I
D
III - IV - II - I

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste
chronologische volgorde?
I    De 80-jarige oorlog is afgelopen 
II   De VOC wordt opgericht
III  Piet Hein verovert de Zilvervloot
IV  Suriname wordt een kolonie van Nederland

A
I - II - III - IV
B
II - III - IV - I
C
IV - II - III - I
D
II - III - I - IV

Slide 25 - Quiz

Wat vind je het moeilijkste (onderwerp, tijdvak, vaardigheid) om te leren voor het PTA?

Slide 26 - Open question